De Karelische Berenhond is een hondenras, behorend tot de Scandinavische type keeshonden van het oertype. Het land van herkomst is Finland. Hij is een jager op groot wild.
Rond de eeuwwisseling bezochten berenjagers de bossen in Karelië. Zij kwamen terug met verhalen over de plaatselijke bevolking en hun moedige honden, die menigmaal hun bazen het leven hadden gered bij een gevecht met beren.
Deze zwart/witte honden kwamen voor het eerst op een tentoonstelling in 1936 te Helsinki en de benaming van dit ras werd in datzelfde jaar door de Finse Kennelclub bevestigd.
Het ras kan omschreven worden met evenwichtig, gereserveerd en moedig doch enigszins scherp jegens soortgenoten.
Zijn uitstraling is van dien aard, aldus de rechtgeaarde Finse jager, de hond zijn blik vangt omdat hij een deel uitmaakt van de woeste en ongetemde wildernis.
De Karelische Berenhond is ongetwijfeld ook een zeer oud Scandinavisch ras. Karelia maakte vroeger deel uit van Finland en lag in het oosten tegen de Russische grens. Deze zeer verlaten en eenzame streek met honderden kilometers bos en wild in overvloed heeft al zeer lang de zwart-witte Berenhond gekend. Vanwege hun bijzondere jachtcapaciteiten staan deze honden bij de jagers zeer hoog aangeschreven en worden zij met veel zorg gefokt. In 1936 verschenen pas de eerste Berenhonden op een tentoonstelling in Finland; sindsdien is het ras in populariteit steeds toegenomen, zodat er momenteel een kleine duizend per jaar in Finland geregistreerd worden. De Karelier is een stevige, moedige hond, die voor de jacht op allerlei grof wild, voornamelijk beren en elanden, gebruikt kan worden.
Zoals de meeste Noordelijke rassen is hij vrij en onafhankelijk en nooit slaafs, maar indien hij met begrip wordt behandeld, hecht hij zeer sterk aan één persoon. Het zijn zeer energieke en op hoge leeftijd nog zeer speelse honden, maar nooit nerveus of bang. Het is daarom zeer begrijpelijk, dat deze honden een grote behoefte hebben aan beweging en dat een dagelijkse vrije wandeling ook voor deze honden noodzakelijk is. Het zijn geen vechters, maar indien zij door een hond worden lastig gevallen, zijn zij zo sterk en snel, dat het voor de andere partij vaak noodlottig is. Voor de mens is deze hond zeer vriendelijk, maar hij is beslist geen allemansvriend en weet ongewensten zeker op een afstand te houden. Zoals de meeste Scandinaviers is hij bijzonder zindelijk en erg gesteld op kinderen.
Algemeen voorkomen:
De schofthoogte van reuen is ongeveer 54-60 centimeter en van teven ongeveer 49-55 centimeter. De ideale hoogte van de reu is 57-58 cm. En voor de teef 51-53 cm. De Karelische berenhond heeft een korte, rechtharige stugge vacht, met een zachte, dichte ondervacht, die weinig verzorging behoeft. Ze zijn altijd zwart met wit, zwarte spikkels in het wit zijn niet gewenst. Ze hebben spits opstaande oren
Verzorging
Een poolhond, waartoe de Karelische berenhond wordt gerekend, kan prima in een buitenkennel verblijven, mits hij dagelijk ruim de gelegenheid krijgt om uit te rennen en te spelen. Hij kan ook met relatief weinig voedsel toe om in conditie te blijven