Geschiedenis
De Saluki is een van de oudste bekende hondenrassen. De vroegste aanwijzing voor een Saluki-achtige langbenige jachthond is gevonden in een muurschildering in Çatal Hüyük in Zuid-oost Anatolië. Men neemt aan dat dzee schildering dateert van 5800 jaar voor Christus, rond de tijd dat de eerste kleipotten werden gemaakt. Eén en ander is bevestigd door carbon-dating. Andere zeer vroege vermeldingen zijn te vinden als illustraties van vooral Perzische en Islamitische geschriften. De eerste afbeeldingen van de Saluki in de westerse kunst dateren van circa 1400, zodat men mag aannemen dat het ras vanaf die tijd in Europa was vertegenwoordigd.
Een bijzonder fraai voorbeeld van hoe de karakteristieke vorm van de Saluki over de jaren behouden bleef, is te zien op het prachtige bronzen bord uit 1544, van de kunstenaar Benvenuto Cellini.
Rond 1900 begint in Engeland Florence Amherst Saluki’s te fokken. Haar eerste honden kwamen uit het Midden Oosten. Gelukkig as de Honourable Florence Amherst een dame met een heel sterk
verantwoordelijkheidsgevoel en een vooruitziende blik. Het is aan haar raskennis en veldonderzoek te danken dat een uitstekende collectie Saluki’s in Engeland werd ontwikkeld. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen er meer Saluki’s naar Europa. Een speciale vermelding verdient Brigade Generaal Lance: hij bracht in 1921 de stamvader van zijn Sarona kennel van Syrië naar Engeland. De meeste van onze tegenwoordige honden kunnen hun afstamming terugvoeren op deze fantastische reu: Sarona Kelb. Ook in Nederland stammen de eerste, voor het rasbeeld van belang zijnde importen uit de Sarona kennel. Mevr. Jüngeling en haar zoon (Barukhzy Saluki’s) bevestigden het ras voorgoed in Holland door lijnfokken met importen uit meerdere landen.
Uiterlijk en karakter
De vroege Europese Saluki’s verschilden onderling nogal in afmeting en type als gevolg van uiteenlopende geografische- en jachtachtergrond. De eerste standaard van 1923 hield hier gelukkig rekening mee. De Saluki is geen eenheidsras. De algemene verschijning van dit ras moet een indruk geven van sierlijkheid en evenredige proporties. Tevens van grote snelheid en uithoudingsvermogen, gepaard aan kracht en behendigheid. Dit om de hond in staat te stellen gazellen en andere prooidieren te jagen over (zwaar gaand) mul zand en rotsachtig bergterrein. De uitdrukking moet waardig en zachtaardig zijn met trouwe, in de verte kijkende ogen.
Wanneer men naar een Saluki kijkt, waant men zich in de wereld van 1001 nachten, met woestijnen, karavanen, woeste jagerse en roversbendes; de wereld van amandelvormige ogen, gracieuze bewegingen, zijdeachtig haar en zachte tapijten; van steenachtige plateaus, jachtkreten en de snelle en machtige bewegingen van de jachthonden: Saluki’s. Waar vindt men een ras met zoveel variatie in kleur, grootte en type? De kleuren variëren van zuiver wit via rood naar zwart met zilver of black and tan – met alle schakeringen daartussenin. De vacht is redelijk kort op het lichaam met zijdeachtige bevedering (lange haren) aan oren, staart, benen en tussen de tenen. Ook komen er korthaar-Saluki’s voor.
Het rastype nuchter beschrijven is niet zo eenvoudig. Allereest de zuivere harmonie! Het adelijke hoofd op een lange en gespierde hals, goed naar achter liggendde vlakke schouders, lange rechte voorbenen met ietwat lange voeten; verder een ruime borstkas, goed opgetrokken lendenen en een sterke achterhand. Dit alles in evenwichtige proporties zonder overdrijving. Hierbij moet men in gedachten houden dat de Saluki uithoudingsvermogen moet bezitten, kracht en snelheid met maar één doel: het bemachtigen van de prooi. De eigenlijke grootte van de hond speelt hierbij geen enkele rol. Het gangwerk hoort niet echt uitgrijpend te zijn, maar moeiteloos en dansend. De Saluki moet door het herfstbos lopen zonder de bladeren te verstoren,
Het jachtinstinct is nog steeds duidelijk aanwezig in onze honden. Hoewel Saluki’s dol zijn op zachte fauteuils en sofa’s zijn het geen schoothonden. Eenmaal buiten en los van de lijn tonen ze nog steeds waarvoor ze zijn gefokt. Een goed alternatief voor de natuurlijke jacht zijn in Nederland de coursings en eventueel het baanrennen. Een Saluki is geen allemansvriend. Hij is dol op zijn huisgezin, maar in het algemeen terughoudend tegenover vreemden. Men moet een Saluki bejegenen als een dierbare vriend: met veel geduld en begrip. Schreeuwen of slaan zijn funes, de Saluki verliest dan elk respect. Met hun zachte, wel een ietsje koppige karakter zijn het niet echt gehoorzame honden. Maar met liefde en begrip kan men alles van ze gedaan krijgen. Saluki’s zijn door de eeuwen heen gefokt om zelfstandig te jagen en te doden; waarom zouden ze zich nu onderdanig moeten gedragen? Uiteraard is het wel heel wel mogelijk een Saluki aan te passen aan de huiselijke omgeving, maar hij zal altijd behoefte houden aan vrijheid en veel beweging.
Denkt u er vooral zorgvuldig over na alvorens u tot de aanschaf van een Saluki overgaat.
Laat de hond niet de kans lopen dat hij na een tijdje weer weg moet.
Mocht u wel een Saluki nemen, dan wensen we uw hond fijne huisgenoten toe die hij zeker zal waarderen. Als u een echte liefhebber van dit ras wordt, dan kunt u er eigenlijk nooit meer buiten.