Voer. Mand. Speeltje. ► Shop op Bol

Basset Hound

Geschiedenis van de Basset Hound.

De voorloper van de Bassethound en vele andere hounds was de St. Hubertushond. Deze St. Hubertushond ontstond in een klooster in de Belgische Ardennen, alwaar in het begin van de zesde eeuw, dit klooster werd gesticht door een jonge edelman(de latere St. Hubertus) Hij kwam volgens de legende tot het geloof toen hij tijdens de jacht op een Goede vrijdag in het jaar 683 een oplichtend kruis zag verschijnen tussen de hoorns van een hert. Uit zijn voorliefde voor de jacht, ontwikkelde hij in de kennels van het klooster een nieuw type jachthond Deze St. Hubertushonden werden omschreven als zijnde, black and tan van kleur met een zwaar hoofd en lange oren. Zij hadden een lang lichaam met relatief korte poten. Een ander type was gelijk aan het eerste maar stond hoger op zijn poten. Beide types bezaten een uitstekende reukzin en een zware blaf. De lange oren hielpen de hond tijdens de jacht. Dit doordat de oren tijdens het speuren de grond omwoelden waardoor het spoor beter te volgen was. Het hoogbenige type werd door de monniken gebruikt voor de jacht op beren en wolven.

Het spreekt voor zich dat deze honden voor geen kleintje vervaart waren. De kortbenige types werden gebruikt voor de jacht op klein wild. Het voordeel van de kortbenige honden was dat zij de neus de gehele jacht aan de grond konden houden. Dit in tegenstelling tot het hoogbenige type dat zich regelmatig oprichten om geen pijn te krijgen in de rug en nek, waardoor zij de jacht vertraagde. Als gevolg hiervan werden de honden gefokt op korte poten. Het karakter van deze honden werd omschreven als zijnde, mild, gehoorzaam en te lief. Derhalve waren ze niet meer geschikt voor het doden van de prooi, maar wel voor het opsporen van het wild. Een ander voordeel van deze honden was dat zij te voet door de jagers te volgen waren. In de loop van de volgende eeuwen verspreiden deze honden zich door geheel Frankrijk. Door het kruisen met andere honden ontstonden er verschillende rassen, die van elkaar verschilde in type, kleur en vacht. Al deze kort potige honden vielen onder de verzamelnaam Bassets, wat zoveel in het Frans betekent als laaggesteld. Elk van de rassen had zijn aanhangers die door de eeuwen heen nieuwe types fokte. Het hoogtepunt voor de Bassets in het algemeen lag in de 18e eeuw. Echter in het begin van de 19e eeuw verloren de Bassets aan populariteit(er werd veel minder gejaagd, doordat de adel tijdens de revolutie grotendeels gevlucht / onthoofd was Dit ging ten koste van zowel de kwaliteit als de kwantiteit. Dat de kortharige Basset gered werd was te danken aan twee heren, t.w. de Graaf Le Coulteulx de Canteleu en de heer Lane. Zij fokte in de tweede helft van de 19e eeuw en brachten het ras

weer op een hoog niveau terug. Beide heren werkten met hetzelfde materiaal, echter de uitkomst waren twee verschillende types Bassets. De honden van de heer Lane waren lemon en wit van kleur en hadden lange oren, lange lichamen, waren behoorlijk zwaar met kromme poten. Dat laatste ging ten koste van het uithoudingsvermogen van de hond.
Ze hadden wel een mooie luide stem(blaf) maar schoten tekort in “drive”. De honden van de Graaf Le Coulteulx de Canteleu waren kleiner maar veel levendiger. Zij hadden rechte voorpoten en waren driekleurig. Ook bezaten zij bredere schedels met een hoge ooraanzet van kortere oren, naast de grotere meer aanwezige ogen hadden deze Bassets wel voldoende uithoudingsvermogen. Toen deze beide types gekruist werden ontstond een completere driekleurige Basset. Deze Basset kennen we heden ten dage nog steeds als de Basset Artesien de Normand. Dit ras is de directe voorouder van de heden daagse Bassethound.
De Basset hound als huisdier.
Wat kunt u verwachten van een Basset hound als uw huisdier.Eerst even wat vooroordelen weg nemen. Basset houds zijn niet lui en luisteren best wel. Eenmaal volwassen kun je met een Basset hound uren wandelen. Het zijn tenslotte lopende jachthonden. De Basset hound is een gezellige familiehond die van knuffelen houd en een positieve factor binnen het gezin kan zijn. De basset is ook zeer geschikt om met meerdere te worden gehouden binnen het gezin.

In Nederland worden er per jaar gemiddeld 250 Basset hounds geboren die in bezit zijn van een stamboom. Deze Basset hounds worden praktisch allemaal via de pupbemiddeling van de Nederlandse Basset hound Club geplaatst. De volwassen Bassethound is geen hond die hele dagen alleen kan blijven. De Basset hound is een meutehond en derhalve van nature een hond die gezelschap wenst. De opvoeding van dit ras dient via de stem plaats te vinden. Geen krant of erger gebruiken, dat is echt niet nodig. Het gebruik van krant enz. maakt de hond alleen maar van streek en zal niet het gewenste resultaat leveren. Zelden zal een Basset hound betrokken raken in een gevecht, daar is dit ras te sociaal voor. Let wel op dat ook deze honden opgevoed moeten worden.

Val dus niet voor de zielige blik die deze honden, vooral als ze iets “stoutst” gedaan hebben, kunnen opzetten! De Basset is ook geschikt om jacht training te gaan volgen.Vooral in “ speuren “ is hij een meester!

Rasstandaard

Algemeen:Een laagpotige hond van aanzienlijke substantie. Evenwichtig gebouwd met een adellijke uitstraling. Een hond die ruim in het vel zit. Het gangwerk moet soepel zijn met van achteruit veel stuwing, zowel van voor als achter recht gaand.
Bezit een fraaie melodieuze stem en een groot uithoudingsvermogen. De Bassethound is een rustige en nooit agressieve hond.
Het hoofd: De schedel en het hoofd gewelfd met een opvallende jachtknobbelDe bovenlijn van de snuit ten opzichte van de schedel lopen nagenoeg parallel. De hoofdhuid moet los zijn, rimpels kunnen voorkomen op het voorhoofd en naast de ogen. De bovenlippen dienen ruim over de onderlippen heen te vallen. De neus dient zwart te zijn, hoeft niet bij tweekleuren.
Het gebit: Een compleet scharend gebit bestaande uit 42 tanden en kiezen(20 boven en 22 onder) geplaatst in sterke kaken. Voor en snijtanden dienen recht in de kaken te staan.

De oren: Laag aangezet, net onder de ooglijn. Lang maar niet overdreven. Smal over de gehele lengte en naar binnen draaiend. Soepel, dun en zacht aanvoelend.
De ogen: Ruitvormig, niet uitpuilend of te diep liggend. Donker van kleur. Zachte uitdrukking. Bindvlies onderste ooglid is zichtbaar. Lichte of gele ogen zijn zeer ongewenst.
De vacht: Gladde, korte en dichte beharing, vrij van pluimen.
Kleur:
Driekleur = wit, bruin en zwart.
Tweekleur = rood en wit.
Maar iedere hound kleur is toegestaan.
Staart: Goed aangezet, als verlengde van de ruggengraat. Dik aan de basis en spits toelopend met ietwat grove beharing aan de onderzijde.De staart wordt sabelvormig gedragen maar nooit in een krul of te vrolijk.
Het lichaam: Gespierde en goed gebogen lange hals. Met een duidelijke maar niet overdreven keelhuid. Goed naar achterliggende schouderbladen. Het opperarmbeen en schouderblad dienen ongeveer even lang te zijn.Ellebogen aansluitend aan het lichaam. Opvallend borstbeen bij voorkeur door lopend tot aan de navel. Ribben mooi gerond en lang. De ruglijn dient vlak en recht te zijn. Echter de rug mag iets gebogen zijn ter hoogte van de lendenen. De achterhand is gespierd en goed gerond, van achter gezien appelvormig.Schouderhoogte 33 tot 38 cm.

De poten: De voorpoten kort, sterk, recht met veel bone. Het doorknikken naar voren is hoogst ongewenst (Knuckling genoemd) Huidrimpels op de onderpoten. Goed gehoekte achterhand, maar niet naar binnen of buiten gedraaid. Tussen de hiel en de voet kunnen rimpels voorkomen. Aan het hielgewricht hangt een huidzakje, gevormd door losse huid. De hak is laag gesteld en iets gebogen.
De voeten: Stevige voeten met goed gekromde tenen zogenaamde kattenvoeten.De voorvoeten mogen vanuit de polsen iets uitdraaien, ,maar de hond moet wel zuiver recht blijven staan. De tenen dienen gesloten te zijn.

De bijzonderheden: Fouten, iedere afwijking hier boven beschreven. Bij reuen Kryptorchisme(geen testikels) of Monorchisme(een testikel ingedaald in het scrotum)