Voer. Mand. Speeltje. ► Shop op Bol

De Hovawart

De geschiedenis en de afkomst van de Hovawart
Over de geschiedenis van de Hovawart gaan we niet te diep in, omdat er toch wel heel wat aan vooraf is gegaan. Er zijn boeken die over de Hovawart die daar ongetwijfeld meer en uitgebreid over kunnen vertellen. De oorsprong van de Hovawart ligt in Harz-Duitland. In de jaren twintig werden daar nogal veel boerenhofhonden aangetroffen. De grondleggers van het ras noemden hun de Typhunden; ze stonden aan de wieg van de huidige Hovawart. Deze Typhunden was, een toen nog vooral op boerenhoven voorkomende krachtige, langharige, middelgrote tot grote erfhond, vermoedelijk in allerlei kleurslagen.

De Hovawart is eigenliik een jong ras met een oude naam. Zijn naam is afgeleid van “Hofwachter, de bewaker van de (boeren)hof. In 1922 werd het eerste nestje Hovawarts ingeschreven in het stamboek in Duitsland. De eerste jaren werd er bovendien ingekruist met andere rassen o.a. de Duitse Herder, Leonberger,

Newfounlander en Kuvasz. Officieel werd de Hovawart in 1937 als ras erkend. De eerste Hovawart in Nederland werd in 1956 geïmporteerd, en het eerste nest Hovawarts in Nederland werd geboren in 1961. De Hovawart is van oorsprong een gebruikshond evenals de Duitse Herder, de Rottweiler, Dobermann, Briard, Bouvier en andere rassen. Deze honden worden zo genoemd omdat ze in staat worden geacht waak – en verdedigingswerk te verrichten. Wat is nu eigenlijk een Hovawart? Het is een hond die waaks is en bereid is om te verdedigen, hij is echter niet overdreven scherp; hij is aanhankelijk en hij houdt van kinderen en kan tot op hoge leeftijd een speelse en aaibare gezinshond zijn die in huis rustig op zijn eigen plek ligt, zonder te storen, die tijdens de wandeling (waar hij voortdurend naar uitkijkt) onvermoeibaar rent, spingt en speelt.
Het is een hond die niet aan staart en oren gecoupeerd, niet getrimd of geschoren dient te worden, een hond die zijn gezondheid en gebruiksmogelijkheid niet aan zijn schoonheid geofferd ziet.
Kortom: een hond die zowel van karakter als van uiterlijk “natuurlijk”aandoet en een hond voor mensen die een lieve, robuuste viervoeter willen hebben en tegelijkertijd vriend, bewaker en beschermer is; die in staat is met hun door dik en dun te gaan!

De rasstandaard van de Hovawart

Algemeen voorkomen van de hond
De Hovawart es een middelgrote, krachtige, gestrekte langharige gebruikshond. De verschillen van de geslachten zijn aan de vorm van het hoofd, en de lichaamsbouw duidelijk herkenbaar.
Belangrijke lichaamsverhoudingen:
De lichaamslengte bedraagt tenminste 110% tot 115% van de schofthoogte. Dit wil zeggen dat de hond langer dan hoog moet zijn.

Gedrag en karakter:
Hij is een erkende werkhond voor veelzijdig gebruik. Van aanleg evenwichtig en goedaardig, bezit hij: verdedigingsdrang, strijdlust, zelfverzekerdheid en belastbaarheid, middelmatig temperament een zeer goede neus. Zijn harmonisch op elkaar afgestemde lichaamsverhoudingen en een bijzondere binding met zijn gezin maken hem in het bijzonder tot een uitstekende begeleiding-, waak-, verdediging-, redding- en speurhond.

Hoofd:
De neusrug is recht en loopt parallel aan de schedel. De voorsnuit en de schedel zijn ongeveer even lang. De hoofdhuid ligt strak aan.
Bovenzijde hoofd
– Schedel: Het krachtige hoofd heeft een brede, gewelfde schedel
– Stop: Goed herkenbaar (de stop is de overgang tussen de neusrug en het voorhoofd)
Aangezichtsschedel:
– Neus: De neusgaten zijn goed ontwikkeld. Bij de zwartblonde en zwarte honden is de pigmentering zwart; pigmentering bij blonde honden: zwart, wisselneus is toegestaan. Een wisselneus is een neus die in de winter veelal lichter word door het gebrek aan zonlicht, in de zomer trekt dit weer bij. – Voorsnuit: Krachtig: wordt zowel van opzij als van bovenaf gezien naar de neusspiegel toe smaller.
-Lippen: De lippen liggen goed aan
– Tanden/gebit: De Hovawart heeft een volledig, krachtig schaargebit met 42 tanden volgens de tandformule. De tanden staan recht in de kaak. Tanggebit is toegestaan.
– Ogen: De ogen zijn ovaal, niet uitpuilend noch diepliggend. De kleur is donker- tot middenbruin. De oogleden sluiten strak aan.
– Oren: De los aanliggende, driehoekige, hangende oren zijn hoog en wijd uit elkaar staand aangezet, verbreden optisch de schedel en de uiteinden reiken tot minstens de mondhoek. De punt is licht afgerond. In rust liggen ze vlak aan, bij alertheid worden ze naar voren gericht. De voorste rand van het oor ligt ongeveer midden tussen de ogen en het achterhoofdsbeen.
Nek: De nek is krachtig en middellang.
Lichaam:
– Rug: de rug is recht en stevig.
– Lendenen: De lendenen zijn krachtig en wat langer dan het bekken.
– Bekken: Het bekken is licht hellend en middellang.
– Borst: De borst is breed, diep en krachtig.
Staart:
De bossig behaarde staart reikt tot onder het spronggewricht, maar niet tot op de grond. Ze wordt afhankelijk van de stemming van de hond tot over de rug omhoog gezwaaid of omlaag hangend gedragen.

Ledematen:
– Voorhand: De voorpoten zijn krachtig en van voren en van opzij gezien, recht gesteld.
– Schouders: Zeer goed gespierd. Het schouderblad is lang en ligt goed schuin.
– Opperarm: Lang en ligt dicht tegen het lichaam aan.
– Ellebogen: Goed aanliggend aan de borstkas.
– Voorvoetwortelgewricht: Krachtig
– Voormiddelvoet: Matig schuin gesteld.
– Achterhand: De achterpoten zijn krachtig en van achteren gezien, recht gesteld. De achterhand is goed gehoekt.
– Spronggewricht: Krachtig en goed laag gesteld.
Voeten:
De voeten zijn rondachtig, krachtig en compact. De tenen zijn gewelfd en sluiten aan elkaar aan. Wolfsklauwen zijn te verwijderen, uitgezonderd in landen, waar dit bij de wet verboden is. De teennagels bij zwartblonde en zwarte honden zijn zwart gepigmenteerd. De teennagels bij blonde honden kunnen minder gepigmenteerd zijn. Gangwerk:
De Hovawart beweegt zich in alle gangen van voren en van achteren gezien rechtlijnig en ruim uitgrijpend. De draf is ver uitgrijpend met goede stuwkracht vanuit de achterhand.
Huid:
De huid ligt overal strak aan. Bij zwartblonde en zwarte honden heeft de huid een blauwachtige, bij blonde een meer roze tint.
Beharing:
Het stevige lange haar is licht golven en aanliggend, met weinig onderwol. Het is langer aan de borst, aan de buik, de achterkant van de voorpoten, aan de achterkant van de bovenschenkel van de staart. Op het hoofd, aan de voorkant van de voorpoten en van de achterpoten is het haar kort. Het haarkleed is gesloten.

Kleur:
De Hovawart is er in drie kleuren: zwartblond, zwart en blond.
– Zwartblond: De beharing is zwart en glanzend, de kleur van de aftekening middelblond. Aan het hoofd begint de aftekening onder de neusrug en reikt om de mondhoek tot in de keelaftekening (slabbetje). De puntvormige aftekeningen boven de ogen zijn duidelijk zichtbaar. De borstaftekening bestaat uit twee naast elkaar liggende vlekken, die met elkaar verbonden mogen zijn. Aan de voorpoten reiken de aftekeningen, van opzij gezien, van de tenen tot ongeveer de pols en lopen aan de achterzijde in hoogte tot de ellebogen uit.
Aan de achterpoten is aan opzij gezien de aftekening onder het spronggewricht als brede streep, boven het spronggewricht alleen als smalle streep zichtbaar; aan de voorzijde van de achterpoten reikt de aftekening tot aan de buik. Ook onder de staartaanzet is een aftekening aanwezig. De aftekening is op alle plaatsen duidelijk begrensd. Enkele kleine witte vlekken aan de borst en enige witte haren aan de tenen en de staartpunt zijn toegestaan.De pigmentatie aan oogleden, neusspiegel, lippen en voetzolen zijn zwart.
– Blond: De beharing is middelblond, glanzend en wordt naar de buik en aan de poten lichter (aufhellung). Enkele witte vlekken aan de borst en enige witte haren aan de tenen en de staartpunt zijn toegestaan. De pigmentatie aan oogleden, neusspiegel lippen en voetzolen zijn zwart.
– Zwart: De beharing is zwart en glanzend. Enkele kleine witte vlekken aan de borst en enige witte haren aan de tenen en de staartpunt zijn toegestaan. De pigmentatie aan oogleden en neusspiegel, lippen en voetzolen is zwart.
Grootte
De schofthoogte: Reuen 63 – 70 cm; Teven 58 – 65 cm.
Er wordt gestreefd naar een gemiddelde maat.

Een Hovawart is pas op ongeveer driejarige leeftijd uitgegroeid