HOOFD
Een berenhoofd, droog in goede verhouding met de rest van het lichaam. Brede, afgeplatte schedel. Onduidelijke stop. Kegelvormige snuit. Bruine of zwarte snuit, in harmonie met de kleur. Stevige kaken. Aangesloten, zwarte of bruine lippen.
OGEN
Van gemiddelde grootte, vrij donker. Enigszins schuine, goed gepigmenteerde oogleden.
OREN
Van gemiddelde grootte met afgeronde uiteinden, half afhangend gedragen.
GEWICHT
Ongeveer 30 kg.
LICHAAM
Krachtig. Gespierde hals zonder keelhuid. Brede, zeer diepe borstkas. Brede, gespierde rug. Licht gewelfde ribben. Stevige, gebogen lendenen. Opgetrokken buik.
KARAKTER
Uiterst rustiek, enorm sterk en beweeglijk. Hij is waakzaam en steeds tot actie bereid. Hij is moedig, klaar om zijn baas en zijn huisgenoten te beschermen tegen roofdieren en vreemden.
LEDEMATEN
Stevig, licht gespierd. De voeten zijn iets rond. Sterke nagels in de kleur van de vacht.
STAART
Lang tot aan de spronggewichten, laag gedragen, sabelvormig als de hond in rust is. Weelderig behaard (pluim).
VACHT
Zeer dik, halflang (6cm) behalve op de kop en de oren waar het fijner en korter is. De kraag is voornamelijk mij de reuen ontwikkeld.
VERZORGING
Hij kan op een appartement leven op voorwaarde dat men hem voldoende uitlaat. Hij moet wekelijks geborsteld worden.
KLEUR
Veel variatie: wit, zandkleur, fauve, rossig, gestroomd, wit en zwart, wit en fauve, min of meer charbonné, driekleurig enz.
SCHOFTHOOGTE
52-62 cm.