De Geschiedenis van de Spinone Italiano
De meningen lopen ver uiteen betreffende de oorsprong van deze hond. Sommige geloven dat hij tot dezelfde stam behoort als de Bracco en dat uitsluitend het klimaat de ontwikkeling van de vacht heeft beinvloed. Reeds lang geleden kwamen echter de Bracco en de Spinone in dezelfde streken voor en daarom is deze stelling onaanvaardbaar. Andere zegslieden beweren dat de Spinone afstamt van de ruwharige Segugio, die in heel Piemont zeer veel voorkomt. Daar staat tegenover dat de Spinone ook buiten Piemont verspreid was, in Venetie, Dalmatie, Istrie en tot aan de Donau, hetgeen zou aantonen dat de Spinone uit het oosten afkomstig is.
Hoewel sommige deskundigen overtuigd zijn dat de Spinone een kruising is van de Segugio met de Griffon,is hij waarschijnlijk de oorspronkelijke Spinone uit de Julische Alpen die uit Rusland gekomen, later tot Lombardije en Venetie doordrong.
Dit alles is in tegenspraak met de steling van Tschudy, waarmee wij instemmen, dat in het Romeinse tijdperk de staande hond in Italie tot ontwikkeling kwam.
De afstamming van de italiaanse Ruwharige Staande hond is vergelijkbaar met die van de Bracco in Italie waarheen Griekse kooplieden in de oudheid ruwharige staande honden brachten. Deze werden Spinone genoemd. Dit ras ontstond door kruising van een geimporteerde ruwharige staande hond met een van de witte doggen die langs de kusten van Italie reeds veel voorwamen. De spinone is een stevige, stoere plattelandshond met sterk bot en goed ontwikkelde spieren.
Het is een vierkant belijnde hond. Het is een voorstaande jachthond. De spinone wordt gekenmerkt door zijn uitstekende en snelle gangen in draf, we noemen dit in trot gaan. Hij is een volleerd jager in elk terreinsoort, maar vooral in moerassig
gebied en in beboste streken.Hij is gewillig,geduldig en gezellig.Zijn uitdrukking is schander en moedig.De ogen hebben een zeer zachte en bijna menselijke uitdrukking.Hij heeft een natuurlijke aanleg voor apporteren. De Spinone is ingedeeld onder Continentaal II Rubriek C dat wil zeggen dat hij redelijk kort onder het geweer jaagt.
FCI groep 7 Staande Jachthonden.
Gebit:
Schaargebit. Tanggebit is toegestaan.
Oren:
Tamelijk smal bij de aanzet.Reiken niet verder dan 5 cm voorbij de onderkant van de keel.
Ogen:
Groot,goed open en bijna rond.De oogleden sluiten nauw aan.De kleur is donkergeel bij de witte ,wit/oranje honden en okergeel bij de bruine honden
Lichaam:
De lengte is gelijk aan de schouderhoogte.De diepe ,ruime borst heeft goed ontwikkelde borstspieren.
De borstkas is diep en halverwege goed gerond.
De ribben zijn goed gespreid,goed gewelfd,schuin en met veel tussenruimte.De achterste ribben zijn lang en schuin.
De schoft is hoger dan de ruglijn en breder tussen de schouders.
De bovenblijning van de Spinone wordt gekarakteriseerd door de lichte dip op de hoogte van de elfse rugwervel,die vervolgt wordt door behoorlijk gewelfde lendenen en van opzij gezien iets hol.
De schouders zijn sterk en gespierd.De zeer beweeglijke polsen staan in het verlengde van het onderbeen
Voeten:
compact en rond, de achtervoeten zijn iets meer ovaal dan de voorvoeten maar verder zijn ze hetzelfde.
Staart:
Dik aan de wortel en ingeplant in het verlengde van het kruis.Wordt horizontaal of naar beneden gedragen. In Nederland is het verboden om de staart te couperen.
Vacht:
Ruw, dik ,nogal draadachtig en tamelijk glad aanliggend.Het haar is op het lichaam gemiddeld 4-6 cm lang. De spinone heeft geen ondervacht.
De kleuren zijn:
wit,wit met oranje aftekeningen,wit met oranje spikkels,wit met bruine aftekeningen,bruinschimmel met of zonder grote bruine aftekeningen.
Schofhoogte van de reuen 60-70 cm. de Teven 58-65 cm.
Gewicht van de reuen 32kg-37kg
de teven 28kg-32kg.
De pigmentatie van de ogen en neus is afhankelijk van de kleur van de vacht. Zwarte aftekeningen en depigmentatie zijn diskwalificerend .