Het ras “De Bouvier” is rond 1900 in Belgiè ontstaan.
Waar deze oorspronkelijk werd ingezet voor de bewaking en verdediging. tegenwoordig zien we de Bouvier meer als gezinshond. Het zijn over het algemeen zeer sociale honden, die altijd in zijn voor een spelletje, en zeer goed met kinderen en andere huisieren of soortgenoten overweg kunnen.
Een Bouvier pikt relatief snel iets op, en eenmaal iets geleerd, zal dit zeker niet snel weer vergeten worden. De Bouvier is er in meerdere kleurslagen, van zwart naar gestroomd. In de volksmond word dit laatste ook wel peper en zout kleur genoemd. Ook zie je wel eens een blonde Bouvier,maar deze kleur is niet erkend,en op een tentoonstelling niet gewenst. Een witte ster op de voorborst wordt getollereerd. De Bouvier hoort een hond in het vierkant te zijn,dat wil zeggen dat hij net zo lang, als hoog moet zijn.
Het lichaam kort en gedrongen,sterk en goed bespierd. De Bouvier maakt een indruk van kracht,maar zonder plompheid. De verhouding schedellengte tot snuitlengte bedraagt ongeveer 3 tot 2.
De tanden zijn sterk, gezond, wit en regelmatig ingeplant.
Schaargebit of tanggebit. De ogen licht ovaal en horizontaal gericht,de kleur zo donker mogelijk ten opzichte van de vacht. Het kruis moet zoveel mogelijk vlak en overgaan in de rondingen van de dijen. De bovenbelijning van de rug en lendenen, horizontaal, strak en stevig. De onderbelijning stijgt vanaf de onderborst zerer licht naar de buik toe, die weing opgetrokken is. de flanken moeten kort zijn, vooral bij de reuen.
Het gangwerk van de Bouvier moet ongedwongen en fier zijn. De stap en de draf zijn de gewone gangen,alhoewel er eveneens telgangers zijn. Voor de reuen geldt een schofthoogte van 62 tot 68 cm het gewicht tussen de 35 en 40 kg. Voor de teven tussen de 59 en 65 cm gewicht tussen de 27 en 35 kg.
De ideale schofthoogte voor reuen en teven is respectievelijk 65 en 62 cm. De vacht bestaat uit 2 lagen,de bovenvacht die hard is en er wat ruig uitziet, en de ondervacht, die hem moet beschermen tegen weersinvloeden.
Uw Bouvier moet minimaal 3 keer per jaar getrimd,en wekelijks goed gekamd en geborsteld worden. Een net verzorgde Bouvier, zal weinig tot geen haar verliezen. In de groeifase{tot een jaar} moet u de Bouvier gedoseerd laten bewegen,en hem niet teveel belasten. Hij heeft in deze periode al zijn energie nodig om een gezond en sterk gestel op te bouwen. Na dit jaar, kunt u met opbouw natuurlijk,uw Bouvier rustig op de lange wandelingen, en mee naast de fiets meenemen. Het ideaal van een Bouvierfokker hoort te zijn;
In eerste instantie een gezonde Bouvier, met een goed karakter die overeenstemd met de rasstandaard.