Het wetenschappelijke antwoord hierop is ja. Ruim 15 duizend jaar geleden hebben onze voorvaderen deze wolf gedomesticeerd (gewend aan de mens en huiselijke omstandigheden).
Een hond heeft meer dan andere dieren een speciale band met de mens. Hij voelt ons uitstekend aan. Het inlevingsvermogen van een hond gaat verder dan die van bijvoorbeeld chimpansees.
Honden reageren op aanwijzingen van mensen. Een goede proef op de som is bijvoorbeeld drie identieke kommetjes naast elkaar te plaatsen. Onder slechts 1 kommetje hebben wij een voertje gelegd.
Alleen al door te staren naar de kom waaronder het voertje ligt, zal de hond door deze aanwijzing snel de juiste kom aanwijzen. Een wolf daarentegen zal evenals een chimpansee zich niets gelegen laten bij een dergelijke aanwijzing.
Onze hond blijkt zijn sociale gevoeligheid niet van zijn stamvader geërfd te hebben. Kennelijk is het begrip voor de mens aangeboren en bij de domesticatie gevormd.
Een hond kan zich zo goed inleven in de menselijke roedel, dat hij zodoende is uitgegroeid tot onze huidige trouwe viervoeter.
Toch wordt bij probleemgedrag van onze huishond nog vaak een oplossing gezocht door te kijken naar de oorsprong van het gedrag: het oergedrag van de wolf. Dit lijkt mij dan ook niet in alle gevallen correct.
Zeker niet wanneer we bedenken dat onze hond in de loop der jaren een totaal andere functie heeft gekregen dan de honden van decennia geleden. Destijds werden honden gehouden als werkhond. Men gebruikte de hond voor de jacht, als erfbewaker of hij trok karren.
Tegenwoordig vervult de hond steeds meer een rol in het gezinsleven en dient te voldoen aan de regels die binnen dit gezin gelden. Met name de snelheid van deze veranderde functie en het feit dat ook onze samenleving sterk aan veranderingen onderhevig is, maakt dat er meer probleemgedrag is ontstaan bij juist deze gezinshonden.
Veel problemen ontstaan ook doordat een bepaald ras of type hond ineens bijzonder populair wordt. Deze vraag overstijgt het aanbod en zogenoemde broodfokkers spelen hierop in door zoveel mogelijk van het gewilde ras te produceren, tegen een zo hoog mogelijke verkoopprijs.
Hierbij wordt niet gekeken naar erfelijke kenmerken en dergelijke waardoor enorme problemen kunnen ontstaan. Om teleurstellingen te voorkomen zou ik iedere aanstaande eigenaar op het hart willen drukken zich van te voren goed te laten informeren over de aanschaf van een pup of volwassen hond, ongeacht het ras.
Het zou niet de eerste keer zijn dat met pijn in het hart afstand gedaan moet worden van een inmiddels volwassen hond die eens zo’n schattige pup was.
Met name veel gedragsproblemen ontstaan door het feit dat honden hun gedrag toetsen aan dat van hun leiders. Ik kom tegenwoordig regelmatig het probleem tegen dat een hond tijdens het ommetje in schemer of donker nogal angstig en alert is of zelfs helemaal niet meer uit wil als het donker is.
Erg lastig natuurlijk voor de eigenaar. Maar heeft de eigenaar dit niet zelf in de hond gebracht door zijn ietwat onzekere houding in het donker op straat? Begrijpelijk natuurlijk wanneer je om je heen hoort dat mensen vaak ‘s avonds laat niet meer zo graag de deur uitgaan.
Een hond voelt deze spanning en zal hierop dan ook reageren door zelf bijzonder alert te zijn, een wisselwerking dus tussen mens en hond.
Van nature heeft een hond best nog wel iets van een wolf in zich, maar dit is te verwaarlozen ten opzichte van de genen die wij er 15.000 jaar geleden hebben ingebakken.