Honden kunnen niet praten, dat is een open deur intrappen. Toch wordt er nog wel eens makkelijk over dit gegeven heen gestapt.
Onze commando’s zijn tenslotte bijna altijd gesproken en we praten tegen onze honden alsof ze ons verstaan. Vaak ondersteunt onze lichaamstaal onbewust de woorden die wij tot onze hond spreken.
In de omgang met uw hond kunt u echter ook bewust gebruikmaken van lichaamstaal als vorm van communicatie, die voor honden zo natuurlijk is.
Hondentaal is lichaamstaal. Dat is makkelijk gezegd, maar wat betekent dat voor onze omgang met de hond?
Kunnen we beter niet tegen onze honden praten? Kunnen we onze commando’s beter ook op een non-verbale manier geven? Moeten we alles maar met lichaamstaal gaan doen?
Eigenlijk is er op deze vragen geen eenduidig ja of nee als antwoord te geven. We hebben nu eenmaal te maken met twee totaal verschillende wezens. Wij mensen communiceren totaal anders dan honden.
Honden gebruiken hun lichaam en lichaamsdelen om met elkaar te communiceren.
Wij mensen doen dat hoofdzakelijk door met elkaar te praten of onze woorden op te schrijven.
Een groot verschil dus wat welhaast onoverbrugbaar lijkt. Wanneer je de grote verschillen in communicatie tussen mens en hond ziet, is het eigenlijk heel knap dat een hond zich zodanig kan aanpassen dat hij op gesproken commando’s kan reageren. Hij kan ze begrijpen en interpreteren.
Wanneer we “zit” zeggen, “af”, “hier”, of “blijf”, dan weten onze honden wat we bedoelen. Al die woorden, en nog veel meer, kunnen zij onderscheiden, onthouden en begrijpen. Zo goed heeft de hond zich aangepast. En wij, wat doen wij om ons aan te passen aan de hond?
Sommige mensen doen daar veel aan. Er zijn zelfs trainingen die op basis van lichaamstaal zijn. Echter, de doorsnee hondeneigenaar doet weinig met lichaamstaal. Dat is best jammer omdat een hond ook de lichaamstaal van een mens heel goed begrijpt.
Honden gebruiken de stand van hun oren, de stand van hun staart, de oog opslag, de mond en de houding van het lichaam om te communiceren. Wanneer wij dat ook zouden doen, zouden we heel gemakkelijk informatie aan de hond over kunnen brengen.
Natuurlijk kunnen wij niet onze oren draaien, ze platleggen of juist overeind zetten. Ook hebben we geen staart waarmee onze status aan kunnen geven. Maar we hebben wel een lichaam.
We kunnen wel een keuze maken tussen beweeglijk zijn, of juist heel weinig bewegen. We kunnen verstarren en ons lichaam stokstijf houden. We kunnen een hond aanstaren of juist weg kijken. We kunnen fronsen of juist blij kijken.
Goed beschouwd kunnen wij naar onze hond het een en ander met onze lichaamstaal communiceren.
Goede hondenscholen wijzen hun cursisten op het gebruik van hun lichaamstaal. Meestal beperkt zich dat tot de lichaamshouding en de gelaatsuitdrukking. Maar er is zeker meer mogelijk.
Over dit onderwerp kunnen we u zeker boek ‘Kalmeringssignalen’ van Turid Rugaars aanraden. Deze pioneer laat u zien welke signalen honden gebruiken om spanningen of conflicten te voorkomen en stress te laten wegvloeien.
Sommige van die signalen zijn ook door mensen te gebruiken in de communicatie met hun hond. Zo kan bijvoorbeeld herhaald gapen een kalmerende invloed hebben als u hond zich angstig of onzeker voelt. Probeer het maar eens bij uw hond!