Indien u dagelijks uw hond zou borstelen of kammen, hoe kort of lang de vacht ook is, dan zou dit de relatie tussen u en uw hond versterken.
Meestal vinden de honden het wel prettig om geborsteld te worden, zeker als er geen klitten zijn.
De rug is het makkelijkst, de poten, oksels en liezen wat moeilijker.
Ook haalt u door te borstelen de stofjes en vuiltjes uit de vacht. Hierdoor zal de vacht minder ruiken.
Eventuele wondjes op ongedierte kunt u door te borstelen tegenkomen en u gaat direct tot actie over.
Kortom: een goede vachtverzorging komt uw hond zeer ten goede.
Vraag info bij de fokker of uw hondentrimmer want niet alle honden hoeven of mogen elke dag gekamd / geborsteld worden. Dit heeft alles te maken met de samenstelling van de vacht.
Sommige rassen worden getrimt of geschoren, zelfs geplukt op regelmatige basis. Enkele rassen hebben deze manier van vachtverzorging nodig om hun vacht in goede conditie te houden.
Dus er komt soms meer bij kijken dan een borstel of kam.
Borstels en kammen
Er zijn veel borstels in de handel, de grote vraag is dan ook welke te gebruiken. Dit is afhankelijk van de soort vacht en de reden waarom wordt geborsteld.
Naast het juiste materiaalgebruik is ook de manier van borstelen en kammen belangrijk. Alleen maar over de bovenkant van de haren strijken is bepaald niet efficiënt en doeltreffend.
Zowel de vachtsoort (stokhaar, gladhaar, langhaar & kroeshaar, ruwhaar, vilthaar, haarloos) als de vachtdikte en -lengte bepalen wat de juiste manier van borstelen & kammen is. Weet u niet zeker welke borstel of kam te gebruiken, vraag het dan na bij de fokker of trimsalon.
Voor honden zoals bijvoorbeeld de American Indian Dog is vachtverzorging erg belangrijk.
Stokhaar
Voor de dagelijkse vachtverzorging van een hond met stokhaar is gemiddeld genomen niet veel tijd nodig. Een keer per week met een grove kam door de vacht moet (bij een gezonde vacht) voldoende zijn.
Voor de erg lange beharing van de broek en vlaggen (bij honden met lang stokhaar) kunt u ook een universeel borstel gebruiken en een kam ter controle. Kam met de haargroeirichting mee van kop naar staart en goed door de vacht heen, maar niet te hard op de huid drukken.
Te veel of met het verkeerde materiaal borstelen kan problemen in de ruiperiode tot gevolg hebben.
Wanneer de stokharige hond in de rui is kan de vacht gaan vervilten. Er laat dan zoveel onderwol tegelijk los dat het in het dekhaar blijft vastzitten. Tijdens de rui is het raadzaam de vacht een beetje te helpen met verharen.
Gebruik materiaal dat veel onderwol verwijdert, bijvoorbeeld een universeel borstel en een fijnere kam, en borstel en kam dan zoveel mogelijk de hele laag oude onderwol uit de vacht.
Laat na deze drastische borstelbeurt de vacht zoveel mogelijk met rust (ongeveer drie a vier weken). Er komt dan een nieuwe laag onderwol die de tijd moet hebben om te groeien.
Gladhaar
Poets met een rubber borstel of zeemlap het vuil en de losse haren uit de vacht. Niet te hard poetsen, het is namelijk niet de bedoeling dat er ook gezonde haren worden uitgeborsteld. De hond gaat dan juist meer verharen.
Poets met de haargroeirichting mee van de kop naar de staart. Daarna kunt u eventueel naborstelen met een borstel met zachte haren. De hond gaat daar van glanzen, aangezien de talg goed wordt verspreid.
Langhaar & kroeshaar
Hoe langer en dikker de vacht, hoe meer onderhoud. U kunt er bij een langharige hond voor kiezen om de vacht lang te laten of hem zo nu en dan in te (laten) korten.
Zolang het haar korter is dan de tanden van de borstel en kam is, in principe, twee keer per week van de kop naar de staart borstelen en kammen voldoende.
Als het haar langer is, moet vanaf de huid worden geborsteld. Dit kan door van de staart richting de kop te werken. Wrijf het haar met uw hand tegen de haargroeirichting in en borstel het haar, met de universeel borstel, met de haargroeirichting mee vanaf de huid onder de hand vandaan.
Ter controle (op klitten) is het goed om alles na te kammen. Dit mag zo vaak mogelijk, het liefst om de dag of zelfs iedere dag.
Ruwhaar
Er zit nogal wat verschil in al de ruwhaarvachten. Vergelijk maar eens de vacht van de ruwhaar Teckel met de Bouvier. Of de Schnauzer met de Fox Terriër.
De overeenkomst is de manier van verharen: het dekhaar ruit in een keer. Deze vachten hebben soms zware beharing op de poten, welke met een universeel borstel van de voet naar boven kunnen worden geborsteld. Ook snor en baard verdienen extra aandacht.
Over het algemeen is een keer per week met een kam door de vacht bij de meeste ruwe vachten voldoende. Het harde haar klit niet snel en de onderwol is heel kort en verhaart nauwelijks.
Om de onderwol in tact te laten moet voorzichtig en niet te grof worden geborsteld. Als het ruwe haar wordt geplukt is dit namelijk het enige dat hij overheeft.
Vilthaar
De bedoeling bij viltharige vachten is dat de vacht in strengen vervilt en niet in hele plakkaten.
Deze vachten zijn niet te kammen of borstelen, alleen een stukje bij de huid.
Ook wassen valt niet mee met deze vachten; de shampoo moet er doorheen worden gedrukt en het duurt dagen voor zo’n vacht helemaal droog is.
Haarloze honden
De haarloze honden hebben niet veel vachtverzorging nodig. Wanneer ze erg vies zijn is schoonmaken met een washandje vaak al voldoende.
Houdt er rekening mee dat haarloze honden met een lichte huid in de zomer, net als mensen, bruin kunnen worden en ook kunnen verbranden.