Honden zijn van nature sociale wezens; geboren om in een groep te leven. Die groep kan bestaan uit uw gezin, andere honden en andere huisdieren, maar ook uit slechts uzelf en uw hond.
Om zonder problemen te kunnen samenleven in een groep is er een sociale structuur nodig die duidelijk maakt wat ieders positie is, en welke rechten daarbij horen.
Honden geven die sociale structuur vorm door middel van dominantie en onderwerping.
In het verleden werd wel beweerd dat wolven een echte rechtlijnige dominantiestructuur in hun roedels hadden, de zogenaamde rangorde.
Hierbij was er één wolf de absolute baas, de Alpha, met daaronder steeds een lager geplaatste wolf tot onderaan de allerlaagste wolf, de Omega.
Hedendaagse inzichten geven aan dat dit toch genuanceerder en complexer ligt dan voorheen gedacht werd. Toch is dominantie en onderwerping voor wolven, en honden, belangrijk.
Dominantie en onderwerping geven namelijk de relatie onderling vorm. De dominantere hond heeft meer rechten dan de onderdanige.
Voor ons democratisch ingestelde mensen kan dit moeilijk te aanvaarden zijn, maar voor honden schept deze rangorde duidelijkheid en rust.
Bewust of onbewust zijn honden in hun contacten bezig met hun positie, dat wil zeggen hun dominantie of onderdanigheid. Daarbij maakt het niet uit of de hond met mensen, andere honden of zelfs andere dieren contact heeft.
De mate waarin dominantie en onderdanigheid een rol spelen hangen af van de intensiteit van het samenleven (een hond waarmee je een roedel vormt is anders dan een passerend hond in het park) en het individuele karakter van de hond.
Helaas wordt het begrip dominantie in het spraakgebruik nog al eens gelijk gesteld aan agressie. Dat is onterecht. Dominante honden zijn niet per definitie probleemhonden of agressief.
Iedereen die zich verdiept in hondengedrag wordt al snel gewezen op de diverse lichaamshoudingen van de hond die wijzen op dominantie of onderwerping.
Een dominante hond toont zich zelfverzekerd met omhoog gedragen staart en oren. Wil hij zijn dominante positie onderstrepen of verdedigen dan kan hij daarbij nog zijn gewicht verplaatsen naar zijn voorbenen, zijn ogen iets samenknijpen, zijn tegenstander aanstaren, en zijn voortanden ontblootten.
Een hond die zich onderdanig toont zal staart en oren laag houden, rechtsreeks oogcontact vermijden of zelfs nadrukkelijk wegkijken. Om zich volledig onderdanig te tonen kan de hond zich op de rug werpen en zo stil mogelijk liggen, de staart over de buik gevouwen, het hoofd afgedraaid. Als laatste onderwerpingsgebaar kan hij nog wat urine laten lopen.
Tussen deze twee uitersten zit natuurlijk een scala aan nuances in lichaamstaal en houding.
In ieder geval moet duidelijk zijn dat niet alleen oren en staart de mate van dominantie of onderwerping aangeven.
Het gehele lijf doet mee, zowel in houding als beweging.