Eten
De baas eet voor de hond. Als de hond rond dezelfde tijd zijn eten krijgt als het gezin, zorg er dan altijd voor dat de hond na het gezin eet.
De hond is immers lager in rang dan de baas en eet daardoor ook later, de ranghogere eet altijd eerder!
Dit kan je ook doen door de bak van de hond te vullen met eten, dan in het bijzijn van de hond zelf boven zijn bak een koekje of een cracker te eten en daarna de bak aan de hond te geven.
Hoogte
De hond ligt niet op de bank en slaapt niet in bed. De ranghogere heeft altijd de beschikking over de beste en de hoogste plaatsen; de bank en het bed dus.
Hij accepteert daar geen ranglagere roedelgenoten.
Spelen
De baas bepaalt wanneer, wat en hoe lang er gespeelt wordt en wint het spel. Spel is een risico arme vorm van agressie; wat voor de baas leuk is heeft voor de hond altijd bijbedoelingen.
Het is daarom belangrijk om als baas tijdens het spel letterlijk de touwtjes in handen te houden en altijd het spel en het speeltje te winnen.
De deur uit
De baas gaat altijd eerder door een deur dan de hond. De ranghogere gaat altijd voor de ranglagere, zeker door nauwe doorgangen zoals deuren.
Leer uw hond daarom een wacht commando aan; hij moet wachten totdat de baas hem voor is gegaan.
Voorrang
De hond gaat altijd opzij voor de baas.
De ranghogere heeft altijd het recht van doorgang, dus als de hond in de weg ligt moet hij plaatsmaken voor de baas, de ranglagere maakt altijd plaats voor de ranghogere.
Wandelrichting
De baas bepaalt altijd de route tijdens het wandelen. De ranghoogste (de dominante) bepaalt altijd de route, de ranglagere gaan met de ranghogere mee.
De hond volgt dus altijd de baas en bepaalt zelf geen route.
Verdienen
De hond krijgt niets voor niets. De ranghogere heeft altijd de macht over het voedsel; hij bepaalt wanneer de ranglagere iets mogen hebben.
De hond krijgt van ons (de roedelleider) nooit voedsel (koekjes etc) zonder dat hij daar iets voor gedaan heeft (zitten, liggen, pootje geven etc).
Hierdoor bevestigen wij voor de hond onze macht over het voer.
Gehoorzamen
De hond moet ieder gegeven commando opvolgen. De ranglagere gehoorzamen altijd aan de ranghogere.
Als u ziet dat de hond een commando wat u wilt gaan geven (bijv. het hier komen) niet gaat opvolgen (omdat hij met andere honden aan het spelen is) geef het commando dan niet.
Ga de hond halen en oefen later, aan de lijn terwijl u de hond onder controle heeft, het commando nogmaals.
Zorg er altijd voor dat u tijdens het geven van commando's controle over de hond houdt zodat hij niet onder commando's uit kan komen.
Aandacht
De baas bepaalt wanneer de hond aandacht krijgt. De ranghogere mag zelf beslissen of hij aandacht wil geven aan een ranglagere als die daarom vraagt.
Het is dus niet erg om uw hond te aaien als hij daarom komt vragen, maar stuur hem af en toe ook weg.
De ranghogere heeft het recht om aandacht geven wanneer hij daar zin in heeft en om de ranglagere weg te sturen als hij geen zin heeft.
Consequent
Ben altijd consequent, als de hond de ene dag mag trekken aan de lijn omdat de baas in een goede bui is en de volgende dag wordt hij bruut gecorrigeerd voor trekken aan de lijn omdat de baas zelf niet vrolijk is, dan is dit voor een hond niet te begrijpen.
Als u gedrag wilt corrigeren, moet u dit consequent doen. Met corrigeren wordt geen straffen bedoeld. Probeer daarom ongewenst gedrag zoveel mogelijk te negeren en gewenst gedrag te belonen.
Handelingen die je als baas beter niet kunt uitvoeren zonder advies en/of toezicht van een trainer of gedragstherapeut:
- je hand plat over de snuit van de hond leggen en lichte druk uitoefenen
- speeltjes afpakken
- voerbak wegnemen