Het is belangrijk dat uw eerste indruk goed is.
De pups zijn actief en vrolijk. Ze zien er verzorgd uit. Ze zijn niet mager met een bol buikje.
Als u met de pups bezig bent, mogen ze niet angstig reageren. De oogjes moeten helder en schoon zijn. De oren moeten schoon zijn. De vacht is glanzend en er zijn geen parasieten te zien.
Als u overweegt een rashond aan te schaffen is het verstandig u van tevoren te laten informeren over eventueel voorkomende erfelijke afwijkingen die er bij het bewuste ras voorkomen (bijv. heupdysplasie of oogafwijkingen).
U kunt hiervoor het beste terecht bij de dierenarts. Een goede rasvereniging of fokker zal eerlijk zijn over tekortkomingen bij hun favoriete hondenras. Maar soms doet men liever alsof er geen problemen zijn gedreven door hun eigen liefde voor het ras.
Vraag bij de fokker of hij op de hoogte is van eventuele testen en onderzoeken ter voorkoming van deze erfelijke afwijkingen en wat de uitslag bij de ouderdieren is.
Gezondheidsonderzoek bij de dierenarts
Als alles er allemaal goed uitziet en u heeft het pupje opgehaald, is het toch verstandig hem door de dierenarts te laten onderzoeken. Bij dit onderzoek worden onder andere de oren onderzocht op oormijt. De moederhond kan dit op de pup overbrengen.
Ook als de oren tijdens het onderzoek schoon blijken te zijn, moet u wekelijks de oren controleren om eventuele infecties vroegtijdig te onderkennen. Als uw hond vaak aan zijn oren krabt en als ze vuil zijn, ga er dan mee naar de dierenarts.
De vacht wordt onderzocht op parasieten. Gebruik onder een leeftijd van 3 maanden alleen bestrijdingsmiddelen die de dierenarts u expliciet adviseert.
Eventuele aangeboren gebreken kunnen tijdens het algemeen lichamelijk onderzoek aan het licht komen.
Entingen
Als de pup 6 weken oud is, dient hij geënt te worden tegen Hondenziekte en Parvo.
3 weken later, dus met 9 weken, moet de enting tegen de Ziekte van Weil en Parvo gegeven worden. Vaak wordt dan ook de enting tegen kennelhoest gegeven. Dit is een erg besmettelijke ziekte die zeer is aan te raden als de hond veel met andere honden in aanraking komt.
Op 3 maanden leeftijd wordt de hond nogmaals geënt tegen hondenziekte en parvo. Daar komt dan de enting voor de Ziekte van Weil, Leverziekte, Parainfluenza en het Adenovirus bij.
Deze gecombineerde enting noemen we de “cocktail enting”. De “cocktail enting” moet voor een blijvende bescherming jaarlijks worden herhaald.
Is uw pup eenmaal op de kliniek geënt dan krijgt u automatisch het volgende jaar bericht voor de herhaling. Tevens wordt bij elke enting een volledig lichamelijk onderzoek bij uw hond verricht.
Indien u naar het buitenland gaat bent u verplicht uw hond een maand van tevoren tegen hondsdolheid te laten enten. Deze enting is een jaar geldig.
Gaat uw hond naar het pension vraag dan naar de aldaar gestelde eisen t.a.v. de entingen. Het is verstandig uw hond een aanvullende enting tegen kennelhoest te laten geven.
Ontwormen
Bijna alle pups zijn door hun moeder (via de baarmoederwand en/of de moedermelk) besmet met spoelwormen, daarom moeten ze op jonge leeftijd al regelmatig worden ontwormd.
Een goed schema voor het ontwormen is:
- 2,4 en 6 weken leeftijd
- 2,4 en 6 maanden leeftijd
- daarna 2 keer per jaar
Ontwormen is extra belangrijk als er kleine kinderen in huis zijn, dit omdat de spoelwormen van de hond (en kat) besmettelijk zijn voor mensen. Bij de dierenarts kunt u goed werkende ontwormingsmiddelen verkrijgen.
Voeding
Er is speciaal puppyvoer in de handel. U kunt er vanuit gaan dat voedsel van de grote fabrikanten alles bevat wat uw pup nodig heeft.
Geef dit puppyvoer tot een half of een jaar leeftijd, daarna kunt u overstappen op compleet voer voor volwassen honden.
Het geven van extra kalk (Gistocal, Hoka-mix) aan jonge opgroeiende honden kan schade veroorzaken aan de gewrichten, u doet hier meer fout dan goed mee.
Tot 3 maanden leeftijd kunt u de pup het best 4x daags voeren. Tot een jaar leeftijd 2-3x daags voeren, daarna is 2x daags voeren voldoende. Zeer grote honden zeker 2x daags blijven voeren.
Opvoeding
De hond is van nature een roedeldier. Wanneer hij in een gezin terechtkomt gaat hij de huisgenoten als roedel zien. Hij heeft de behoefte aan een duidelijke baas, een leider.
Vooral de derde en vierde maand is de periode waarin de hond zijn rangorde in het roedel gaat bepalen. Wanneer er niemand in het gezin een duidelijke baas voor hem is, zal hij proberen zelf die rol op zich te nemen.
Leer hem dus spelenderwijs maar consequent van jongs af aan de regels waar hij zich aan heeft te houden, duidelijke verhoudingen in deze relatie zorgen ervoor dat u én de hond een fijne toekomst tegemoet gaan.
Het is zeker aan te raden om met uw hond naar een puppycursus te gaan. De pup wordt gesocialiseerd met andere pups van allemaal verschillende rassen, maar ook met bijvoorbeeld een auto, fiets, paard, huisbel etc.
Hier wordt u en uw hond op speelse wijze de basisprincipes van de hondenopvoeding geleerd. De meeste honden gaan er met veel plezier naar toe.