In rasgroep 4 vinden we de dashonden. In de volksmond wordt de naam Teckel vaak gebruikt.
Deze brakkensoort werd zo genoemd omdat ze van oorsprong met name gebruikt werden voor de jacht op dassen.
Ze werden ook gebruikt om op bunzings, wezels en konijnen te jagen. In mindere mate werden ze gebruikt voor de jacht op vossen.
Kenmerken rasgroep 4
Kenmerkend voor de honden in rasgroep 4 zijn de lange lichamen en de kortbenigheid. De dashonden hebben relatief grote bekken en gebitten, iets dat direct verband houdt met hun oorspronkelijke werk.
Een typische voorvader van de hedendaagse Teckel is de Bibarhund. Deze hondensoort werd al in de vijfde eeuw in Duitsland gebruikt als jachthond.
Dashonden werden oorspronkelijk gefokt voor de ondergrondse jacht op dassen.
Subgroepen rasgroep 4
Door de eeuwen heen hebben de Dashonden zich ontwikkeld tot negen variëteiten.
Er zijn kortharige teckels, ruwharige teckels en langharige teckels. Iedere haarvariëteit komt voor in drie groottes, waarvoor de maat van de borstomvang bepalend is.
De kortharige Dashond wordt gerekend tot de meest originele vorm. De Ruwhaar teckel ontstond door inkruising van de ruwharige Duitse Pinscher en de Schnauzer. Voor de kruising tot de Langhaar teckel gebruikte men de Setter en Cocker Spaniël.
De Dwergteckels en de Kaninchenteckels zijn ontstaan om met Teckels ook op bunzings, wezels en konijnen te kunnen jagen. Kaninchenteckels danken hun naam aan het feit dat ze klein genoeg zijn om in een konijnenhol te kruipen.
Teckels hebben echte brakkeneigenschappen zoals een uitstekende neus, luid jagen en een groot uithoudingsvermogen.
Als gezelschapshond valt hun vrolijke karakter en waaksheid op. Ze zijn slim, eigenwijs, moedig, trouw en aanhankelijk.
Rasbeschrijvingen rasgroep 4
Dashond dwerg korthaar / langhaar / ruwhaar
Dashond kaninchen korthaar / langhaar / ruwhaar
Dashond standaard korthaar / langhaar / ruwhaar