Razernij, een mysterieuze en gevaarlijk ziekte, die bij de meeste mensen het beeld oproept van een woeste schuimbekkende hond die alles en iedereen aanvalt.
Even dit mysterie ontrafelen, en enkele tips i.v.m. deze ziekte.
Honsdolheid is een ziekte die veroorzaakt wordt door een virus. Het virus kan elk zoogdier aantasten, inclusief de mens.
Dus niet alleen vos, hond en kat, maar ook wilde knaagdiertjes, herten, wolven, everzwijnen, schapen, koeien, etc.
Eens het zoogdier besmet met het virus, kan het lang duren vooraleer de symptomen tot uiting komen (tot maanden).
De symptomen zijn vooral zenuwverschijnselen: het virus tast immers via de zenuwbanen het centraal zenuwstelsel aan. Afhankelijk van welke kernen in het centraal zenuwstelsel worden aangetast door het virus, zullen zenuwsymptomen zichtbaar worden.
Het meest voorkomende verschijnsel is verandering van het karakter: dieren die van nature schuw zijn, worden overmoedig. Zo komt het dat vossen, wilde knaagdieren, etc. die normaal de mens uit de weg gaan, bij contact met de mens of de bewoonde wereld, niet meer weglopen en ev. kunnen aanvallen en aldus andere dieren kunnen besmetten zoals hond, kat, koe, schaap, paard of mens.
Een ander veel voorkomend symptoom is speekselen, dit komt omdat het speeksel niet meer kan weggeslikt worden door verlamming van spieren in de keel.
Uiteindelijk zullen andere spieren verlamd geraken en sterfte treedt op. Het aangetaste dier met uiterlijke symptomen zal altijd sterven aan de infectie.
De besmetting gebeurt meestal via een beetwonde. Het besmette dier scheidt immers het virus uit via het speeksel, en door het bijten komt het besmet speeksel via de beetwonde in het lichaam van het slachtoffer.
Het hoeft niet altijd echt via bijten te gaan: zo kan de dierenarts of de landbouwer zichzelf besmetten door o.a. mondonderzoek bij een besmet rund of schaap: immers contact van het besmet speeksel met een verse wonde op de hand van de onderzoeker is een natuurlijke besmettingsweg.
Het virus is alom verspreid over de ganse wereld.
Tot nu toe is de situatie in België als volgt: het virus wordt sporadisch opgemerkt in het vlaamse landsgedeelte, maar er leven hier geen “reservoirs”, d.w.z. er zijn geen dieren die het virus herbergen en overzetten.
In het franstalig landgedeelte, onder de Maas-Samber-lijn bestaan wel reservoirs, zoals de vos en wilde knaagdieren, zodat het virus zich kan onderhouden en verspreiden.
In Europa en Canada zijn vos en knaagdieren eveneens de reservoirs.
In Azië, Afrika en Amerika, zijn de hond en de vleermuis de reservoirs voor het virus.
Zoals boven vermeld verloopt de infectie fataal. D.w.z. eens het virus in het centraal zenuwstelsel beland is, met symptomen van karakterverandering (overmoed, agressie, etc.) en allerhande verlammingen, is er geen behandeling meer mogelijk.
Men kan nog wel behandelend optreden wanneer het virus in de wonde zit of nog aan het migreren is in de zenuwbanen.
Er wordt dan specifiek antiserum (immuunserum) toegediend. Dwz men injecteert specifieke antistoffen (afweerlichamen) in het lichaam, die het virus kunnen neutraliseren en onschadelijk maken.
Dit wordt uiteraard gedaan bij de mens die gebeten is door een verdacht dier (hond,kat,schaap, vos, koe, knaagdier…). Wanneer gebeten mensen meteen naar de dokter gaat, kan zelfs nog een echte vaccinatie hulp bieden: een vaccin stimuleert de aanmaak van antistoffen in het lichaam.
Dit duurt uiteraard wel wat langer dan meteen de antistoffen toe te dienen.
Wat wordt er nu gedaan om die toch vrij gevaarlijke ziekte in te dijken ?
Vaccinatie
Het is verplicht in alle landen (in België in alle campings en beneden de Maas-Samber-lijn) om alle huisdieren : hond en kat te vaccineren tegen rabies. Zodoende wordt het infectiegevaar voor de mens geminimaliseerd.
De “reservoirs” worden ook gevaccineerd: lokaas met hierin een oraal vaccin wordt op strategische plaatsen gelegd, zodat de vossen en aaseters automatisch gevaccineerd worden tijdens het verorberen van het lokaas.
Op deze manier worden de “reservoirs” van het virus virusvrij gemaakt.
Mensen die tot de risicogroepen behoren, zoals de dierenarts, de landbouwer, boswachter etc. worden eveneens gevaccineerd.
TIPS voor de wandelaar in het waals landgedeelte of het buitenland
Dieren die van nature mensenschuw zijn, en nu blijven staan wanneer u eraan komt zijn verdacht.
Het gaat dus niet alleen om vossen, doch ook andere zoogdieren zoals konijnen, eekhoorntjes etc.
Blijf van deze dieren ver uit de buurt en waarschuw boswachter/politie waar u het dier hebt opgemerkt. Laat uw hond nooit snuffelen aan of eten van krengen van een knaagdier ed tijdens de wandeling in de natuur.
Zorg dat de (wettelijk verplichte) hondsdolheidsvaccinatie van uw hond in orde is bij verblijf in het buitenland of in België (camping of Wallonie).
Deze vaccinaties moeten minimaal 1 maand op voorhand in orde gebracht worden als het over een primovaccinatie gaat (1ste vaccin).
Indien u gebeten wordt door een autochtone hond/kat of ander dier dat er verdacht uit ziet, moet u meteen de wonde grondig uitwassen, ontsmetten en naar de dokter gaan.