Voer. Mand. Speeltje. â–º Shop op Bol

Van straat eten (puppy)

Pups zijn ontzettend nieuwsgierig en constant bezig de wereld te ontdekken. Dit doen ze niet alleen door te kijken en te snuffelen, maar ook door dingen in de bek te nemen, en zelfs op te eten.

Van straat eten is dus iets dat heel veel pups doen. Velen groeien erover heen, maar voor sommigen ontwikkelt het zich tot een nare gewoonte.

Poep, een weggegooide boterham, takjes, plastic zakjes, stenen; je kunt het zo gek niet noemen of er zijn honden die het opeten.

Van straat eten begint vaak heel onschuldig, maar het kan vervelende gevolgen hebben als braken en/of diarree, tot gevaarlijke verwondingen van mondholte of keel.

Zelfs een darmblokkade kan veroorzaakt worden door het eten van oneetbare voorwerpen.

Allemaal goede redenen dus om van jongs af aan dit gedrag in goede banen te leiden.

Dit blijkt echter makkelijk gezegd dan gedaan. Iets opeten is namelijk zeer zelfbelonend. En dan maakt het niet uit of het uit de voerbak komt of van straat.

Vooral poep eten is bij sommige honden een hardnekkig probleem. Hoewel het bij allerlei honden voorkomt, lijken vooral Retrievers extra aanleg te hebben dit gedrag te ontwikkelen.

Om te voorkomen dat van straat eten leidt tot een echt gedragsprobleem zijn er een aantal dingen die u kunt doen. Als eerste is belangrijk dit gedrag zoveel mogelijk te voorkomen.

Door zelf goed te kijken wat er allemaal op straat, op het gras en in de bosjes ligt, kunt u voorkomen dat uw pup dingen pakt die u niet wilt. Gewoon door hem af te leiden of een andere kant op te lopen.

Natuurlijk is niet alles te voorkomen en dat hoeft ook niet. Pakt uw pup een takje of een plastic zak, geef hem dan geen enkele aandacht.

Mopper niet want negatieve aandacht is ook aandacht. Geef bovendien geen commando’s tot loslaten, tenzij u zeker weet dat hij dat voldoende geleerd heeft.

Pak het ook niet af, om te voorkomen dat uw hond leert met het voorwerp weg te rennen en u te ontwijken.

Voorkom dat uw pup van alles in de bek gaat nemen om u te verleiden tot aandacht of een jaagspelletje.

Ten tweede is het belangrijk uw pup zo snel mogelijk het commando ‘laat dat’ aan te leren. Dit commando betekent: laat dat liggen en kijk naar mij.

Gebruik dit commando echter pas als u zeker weet dat uw pup het goed begrepen heeft!

Hoe leert u ‘laat dat’ aan?

  • Neem een klein stukje lekkers in uw hand en maak een vuist.
  • Laat uw hond aan uw gesloten vuist ruiken. Door het lekkers wat u in uw vuist heeft, zal uw hond met z’n snuit of zelfs poot proberen het te pakken te krijgen. U houdt uw vuist stil, en wacht tot uw pup opgeeft het lekkers uit uw vuist te halen.
  • Zodra uw hond z’n neus of poten van uw vuist haalt, geeft u hem het lekkers.
  • Herhaal dit een paar keer, totdat u ziet dat u hond geen enkele moeite meer doet het voer uit uw vuist te halen, maar juist rustig afwacht. Dat kan hij doen door rustig te staan wachten, of zelfs te gaan zitten of liggen. Dan geeft u hem het lekkers.
  • Nu uw hond heeft begrepen wat de bedoeling is, kunt u het gesproken commando ‘laat dat’ toe gaan voegen aan de oefening. Om een hond een gesproken commando aan te leren, dient u het commandowoord te zeggen net voordat hij het gewenste gedrag vertoont.

    In dit geval zegt u dus ‘laat dat’ en laat uw gesloten vuist met lekkers zien waarop uw hond als het goed is reageert met rustig afwachten. Voordat een hond een gesproken commando echt begrijpt en beheerst moet het vaak herhaald worden. Voortaan zegt u dan ook ‘laat dat’ bij iedere oefening om uw hond het commando te leren kennen.
  • Als uw hond zover is dat hij rustig afwacht, wordt het tijd om het iets moeilijker te gaan maken. Alleen rustig wachten is niet meer genoeg, uw wacht tot uw hond u (kort) aankijkt om het lekkers uit uw vuist te geven.
  • Sommige honden vinden het moeilijk om u gelijk aan te kijken, en zult u het aankijken moeten opbouwen. Dat betekent: eerst belonen voor wegkijken van de hand, voor langer wegkijken, voor een blik in uw richting etc.
  • Als dit alles goed gaat, maakt u het opnieuw moeilijker door uw vuist niet langer helemaal te sluiten, maar juist een beetje open te laten. Dit leidt er bijna altijd toe dat uw hond opnieuw gaat proberen het voertje los te krijgen.

    Sluit dan rustig uw hand en wacht af tot hij ermee ophoudt. Dan geeft uw hem het lekkers. De meeste honden pakken dit snel op, en gaan weer rustig afwachten. Werk verder totdat u het voertje op uw open hand kan houden terwijl uw hond rustig afwacht en naar u kijkt.
  • Als uw hond het voertje op de open hand met gemak negeert, gaat u verder door uw hand naar de grond te brengen, en zelfs het voertje op de grond te leggen. Blijf wel alert! Wil uw hond het voertje pakken, plaats dan gauw uw voet erover heen.
  • Uiteindelijk gaat u zover dat u ‘laat dat’ zegt, een voertje op de grond laat vallen, zonder dat uw hond het pakt. Als u zover bent, gaat u oefenen in de tuin, en verder buitenshuis. Pas als dit allemaal goed gaat, kunt u ‘laat dat’ in de praktijk gaan gebruiken.
  • Wanneer uw hond iets van straat wil pakken, en u zegt ‘laat dat’ en hij gehoorzaamt ook, beloon hem dan enthousiast! ‘Laat dat’ levert altijd wat leuks op: iets lekkers, even spel met bal, een kroel, lekker rennen. Zo blijft iets laten liggen ook voor uw hond een leuke oefening!

Meer weten over hoe je het beste honden kan voeren? Bekijk dan ook het artikel over de beste automatische hondenvoerbak.