De Oudduitse Herder is een imposante, mooie hond. Het karakter is stabiel, ze zijn vrolijk, intelligent, veelzijdig, moedig en waaks. Deze karaktereigenschappen maken de Oudduitse Herder tot een zeer prettige huisgenoot, waar men van alles mee kan ondernemen, zoals Gedrag en Gehoorzaamheid, behendigheid, flyball, breitensport enz. Het is een die eigenlijk alles leuk vind, graag betrokken is bij het gezin ( de roedel) en goed overweg kan met eventueel aanwezige kinderen en/of andere huisdieren.
Ras Standaard van de Oudduitse Herder
Algemeen:
De Oudduitse Herder is een mooie, imposante, krachtige hond met een uitstraling van intelligentie en schoonheid. Ondanks de grootte is zijn gang moeiteloos en trots.
De Oudduitse Herder is goed in verhoudingen gebouwd tot een harmonieus geheel.
Karakter:
Stabiel, intelligent, veelzijdig, moedig, waaks. De Oudduitse Herder is voor diverse doeleinden/trainingen zeer geschikt en vindt het een genot om met zijn baas bezig te zijn. Voor kinderen en andere dieren is hij een echt “maatje”.
oudduitse herderKleur:
Bij de Oudduitse Herder zijn diverse kleurnuances toegestaan. Zwart met geelbruin, zwart met bruin, zwart met roodbruin, zwart met goudbruin, zwart met zilver, zwart met crème, zwart met wolfsgrauw, wolfsgrauw, grauw gewolkt, zwart, als diverse nuances van donkerbruin, donkergrijs, rood of zwart. Witte markeringen aan de tenen evenals een witte vlek op de borst zijn toegestaan.
Vacht:
De Oudduitse Herder heeft een langharige dichte dubbele vacht van middelgrof haar voorzien van een zachtere, wollige ondervacht. Hoofd, snuit, achterzijde van de oren en voorkant van de voor- en achterbenen zijn bedekt met glad kort haar.
De nek is voorzien van echte “manen”die reiken tot de borst. De beharing is korter op het lichaam.
Generaties:
Duitse Herder langhaar x Duitse Herder langhaar of Oudduitse Herder x Duitse Herder langhaar is Oudduitse Herder-1 De pups zijn steeds een generatie verder dan de laagste generatie waarmee wordt gefokt.
oudduitse herderHoofd:
Het hoofd is breed en goed in verhouding met de rest van het lichaam, de schedel is ongeveer zo breed als zij lang is.
De snuitlengte is gelijk aan de lengte van de schedelbasis tot stop, licht schuin aflopend naar de neuspunt toe, bij voorkeur zwart. Te smalle of te scherpe snuit is onacceptabel. Goed ontwikkelde kaken, zwarte lippen, goed scharend gebit, totaal 42 elementen, 20 boven, 22 onder.
Oren:
De oren worden rechtopstaand naar voren open gedragen. De hoogte van de oren moet minimaal gelijk zijn aan de breedte bij de basis. Een volwassen Oudduitse Herder met 1 of 2 hangende oren is onacceptabel, mits er een geldige reden is van een dierenarts.
Ogen:
De ogen zijn gemiddeld groot, amandelvormig, iets schuin geplaatst, niet uitpuilend, de kleur kan variëren van lichtbruin tot donkerbruin.
oudduitse herderLichaam:
Het lichaam is stevig met een brede en sterke rug, stevige bone en goede bespiering. Een aflopende rug moet gezien worden als een serieuze fout. Diepe en brede borst. Schouderbladen zijn lang en schuin geplaatst. Bovenarm staat in een rechte hoek met het schouderblad. De voorbenen zijn recht. De achterhand is van opzij gezien breed met een goede bespiering. Boven- en onderbeen staan in een rechte hoek ten opzichte van elkaar De middenvoet is sterk en kort. De voeten zijn ovaal, compact met goed gebogen tenen. De zolen dienen dik en stevig te zijn, de nagels donker en sterk De hals is betrekkelijk lang en licht gebogen en dienst sterk en gespierd te zijn.
Staart:
De staart is goed bevederd en reikt tot onder de sprong, de laatste wervel uitstekend voorbij de hakpees. In rust hangt de staart in een lichte bocht, in beweging of bij opmerkzaamheid wordt de staart hoger gedragen en zal de bocht groter zijn. Een staart die gedragen wordt voor de verticale lijn is een diskwalificerende fout Staarten die geknikt, te kort en/of te dun zijn, zijn onacceptabel.
oudduitse herderGangwerk:
Het gangwerk van de Oudduitse Herder dient soepel, gelijkmatig en ritmisch te zijn met lange passen, zodat hij per pas een zo groot mogelijke afstand aflegt.
De Oudduitse Herder beweegt sterk en gemakkelijk met coördinatie en balans. De voeten blijven dicht bij de grond zowel bij het naar voren reiken als bij de achterwaartse afzetting. Er dient een goede ontwikkeling te zijn van de spieren en gewrichten om zo een ideale beweging te verkrijgen. Bij verhogen van de snelheid moet de Oudduitse Herder vloeiend bewegen, zonder stampen. De voorbenen moeten ver voorbij de neus reiken terwijl de kop voorwaarts wordt uitgestrekt.