Engelse Cocker SpanielDe Engelse cockerspaniël is een hondenras. De Engelse cockerspaniël is een ijverig, actief, en krachtig jachthondje, met een altijd vrolijk kwispelend staartje. Zijn lichaam is gebalanceerd en compact. Idealiter moet de afstand van de schoft tot de grond gelijk zijn aan de afstand van de schoft tot aan de staartaanzet. De vacht van de cockerspaniël is glad en aanliggend, zijdeachtig en niet gegolfd; de bevedering is niet zo overvloedig.
Geschiedenis van de Engelse Cocker Spaniel
Spaniels stammen af van een zeer oude hondenfamilie. Niemand weet precies wanneer ze ontstaan zijn en waar ze vandaan komen. In geschriften uit de 14de eeuw worden reeds Spaniels vermeld. Algemeen wordt aangenomen dat ze uit Spanje komen, hoewel ze ook in Zwitserland en Frankrijk voorkwamen. Toen mensen geïnteresserd werden in het kweken van nieuwe honden, kwamen ze in Engeland terecht; daar begon de splitsing in verschillende spaniel-variëteiten.
Kenmerken en eigenschappen
Schofthoogte: Reu 40 – 41 cm. Teef 38 – 39 cm
Gewicht: Reu 14 – 15 kg. Teef 12 – 13 kg
Leeftijd: tot 13 – 14 jaar
De cockerspaniël is een jachthond, en zal reageren op vogels, konijnen en katten die hij ziet. Het is een kindvriendelijke, en altijd een vrolijk en energiek hondenras. Verder houd de cocker van water en zwemmen, evenals apporteren.
Rasstandaard van de Engelse Cocker Spaniel
De Engelse Cocker Spaniel is een gezellige hond en heel gewild en maakt de indruk van een ijverige en krachtig jachthondje. Zijn lichaam is uitgebalanceerd en compact. De afstand van de schoft tot de grond moet gelijk zijn aan de afstand van de schoft tot aan de staartaanzet. De schedel is goed ontwikkeld, duidelijk gebeiteld, noch te fijn noch te grof. De vacht van de Engelse Cocker Spaniel is glad en aanliggend, zijdeachtig en niet gegolfd; de bevedering is niet zo overvloedig.
Kleur : eenkleurig zwart of rood; zwart met roodbruine aftekening of zwart-wit, oranjewit, zwart-wit met bruin (tricolor) alsmede oranjebruin- en zwartschimmels,chocolat met tan.
Beweeglijk, levendig, intelligent, nieuwsgierig, waaks, mild en opgewekt pas wel op de Engelse Cocker Spaniel is een wel wat eigenwijs. Maar als je laat merken dat jij de baas bent heb je er een supper kameraad aan die graag in je buurt is en altijd vrolijk is.
Engelse Cocker Spaniel Hoofd:
goed ontwikkelde, besneden voorsnuit, duidelijke stop, schedel is fijn belijnd, wangen zijn vlak en droog.
Ogen: hazelnootbruin, in harmonie met kleur en vacht.
Oren:
laag aangezet en lang, niet verder reiken dan neuspunt, bekleed met lang haar, zijdeachtig maar niet in plukken.
Staart:
bij voorkeur in het verlengde van de ruglijn gedragen of iets daaronder. Dat “iets” mag echt niet veel zijn omdat dit al snel wijst op een timide temperament, hetgeen hoogst ongewenst is. Wanneer hond aan het werk is, met de staart onafgebroken in beweging zijn.
Vacht:
recht, zijdeachtig, lang behang op oren, borst en franje aan de achterkant van de extremiteiten.
Schouderhoogte: ca. 40 cm.
Speels.
Kleur vele variaties: Zie: Kleuren
Eenkleurig zwart.
Leverbruin.
Rood of goud of ook wit als grondkleur met aftekening in grote of kleine mate in ieder van de bovengenoemde kleuren.
In witte grondkleur ontstaan dikwijls haren van de kleur der aftekening, hetgeen men schimmel noemt: Engelsen “roan”.
Bij de wit -en – zwarte geeft dat de indruk van blauw.
Blue roan.
Lemon roan.
Orange roan.
Liver roan.
black and tan en chocolat and tan.
Bij de eenkleurige en tankleurige is een witte vlek op borst toegestaan.
De Engelse Cocker Spaniel.
De Engelse Cocker Spaniel is een van de meest geliefde honden van de hondenliefhebber. Hij heeft het in de stad net zo goed naar zijn zin als op het platteland. Het vrolijke karakter van de Cocker is een van zijn beste eigenschappen. Het is een intelligent maar zacht geaard ras en men moet hem met geduld en begrip behandelen. Als gezelschap is een geen tweede, terwijl zijn grootte hem geschikt maakt voor elke omgeving. De Cocker is enorm aanhankelijk en feitelijk is hij de beste vriend die men zich kan wensen.
Engelse Cocker Spaniel De Engelse Cocker Spaniel als jachthond.
De Engelse Cocker Spaniel is de kleinste van alle spaniel rassen. Door zijn fraaie uiterlijk en handzaam formaat is ie ook erg geliefd als huishond en daarom door de fok op schoonheid helaas niet meer geselecteerd op de jachteigenschappen. De Engelse Cocker Spaniel is een jachthond en heeft zijn natuurlijke instinct voor het jagen en apporteren nooit verloren. De Cocker spaniël is geschikt om zowel op haarwild als op veerwild te jagen, maar zijn specialiteit is de jacht op konijnen. Door zijn grondige zoekwijze zal hij ook het meest vastzittende wild vinden en tot springen dwingen. Een Cocker is geschikt om te apporteren, mits het wild niet te groot is zoals bijvoorbeeld een haas. De Cocker komt in vrijwel alle kleuren voor, maar voor de jacht verdient een Cocker met veel wit de voorkeur. Dit verband houdend met de veiligheid. In ons land komt steeds meer vraag naar werkende Cockers. Tegenwoordig zijn de mogelijkheden om in het veld te kunnen werken zeer beperkt Maar nog steeds zijn er mogelijkheden om de Cocker voor het veldwerk te trainen. Dit kan via de rasvereniging of via de KNJV. Het is prachtig deze kleine jachthond in het veld aan het werk te zien met zijn altijd kwispelende staart.
Gehoorzaamheid, behendigheid en flyball.
De Engelse Cocker Spaniel wil graag werken en is dan ook zeer geschikt voor gehoorzaamheid, behendigheid en flyball. Overal door het land worden deze cursussen voor honden gegeven. Te zeerste aanbevolen om met je Engelse Cocker Spaniel in de hondensport te gaan trainen.
Op de tentoonstelling.
Engelse Cocker Spaniels hebben, in de meeste landen, een behoorlijk aantal inschrijvingen op hondententoonstellingen. Als er zoveel honden op een tentoonstelling zijn valt het niet mee om te winnen in een dergelijk zware competitie. Voor degenen onder u die van de spanning van dit soort competities houdt, is de Cocker Spaniel het geschikte ras.
Engelse Cocker Spaniel Huishond en gezelschap.
De meeste Engelse Cockers Spaniel brengen hun leven als huishond door. Door hun middelmatige grootte zijn ze, door de meeste mensen, gemakkelijk onder controle te houden. De Cocker heeft prima karakter en zou het liefst de gehele dag bij u zijn. Het is geen hond om langere tijd en vaak alleen te laten. Indien u de hele dag moet werken raad ik u geen Cocker aan. Persoonlijk vind ik de eenkleurige wat feller van karakter en eerlijk gezegd niet zo geschikt bij mensen die nog geen ervaring met honden hebben en niet en consequent genoeg zijn. De meerkleurige zijn zijn rustiger en minder dominant en dus makkelijker in de opvoeding.
Verzorging.
De Cocker heeft een prachtig, aantrekkelijk hoofd met lange bevederde oren en de meeste mensen kunnen zijn aantrekkingskracht niet weerstaan. Als de cocker volwassen is, moet hij/zij regelmatig geborsteld en gekamd worden. Tevens dient hij regelmatig getrimd te worden. Ze worden dan geplukt. Let op dat ze niet worden geschoren want de vacht wordt er dof en krullig van. Ga naar een ervaren trimmer die een Cocker doet plukken en hem in model weet te brengen. Een trimbeurt zal u ongeveer zo’n 40 Euro kosten.
de engelse cocker is een hond die iedereen wil behalve dat hij erg koppig kan zijn maar ja eens een cocker altijd een cocker
Goede eigenschappen:
– vrolijk
– uitgesproken persoonlijkheid
– tamelijk flexibel als hij aan discipline gewend is
– aanhankelijk
– intelligent
– bijzonder trouw
– speels
-lief
Slechte eigenschappen:
– koppig
– lichtgeraakt
– eigenwijs
Rasspecifieke ziekten.
PRA (progresieve retina atrofie)
PRA is een degeneratie van het netvlies en het leidt altijd tot blindheid. Verantwoorde fokkers zullen hun ouderhonden er jaarlijks op laten controleren.
Cataract (grauwe staar)
Veroorzaakt vertroebeling van het netvlies. De hond kan er (meestal wel) blind van worden. Dit wordt jaarlijks samen met PRA gecontroleerd.
HD (heupdysplasie)
Heupdysplasie is een afwijking van de heupgewrichten, waarbij de kom van het heupgewricht de kop van het bovenbeen onvoldoende omsluit, een zeer pijnlijke aandoening.
Verzorging van de Engelse Cocker Spaniel
Opvoeding van de Vroeger was het inderdaad zo dat de eenkleurige cocker spaniels wat feller konden zijn, vooral de “rode”. Dit was een resultaat van het doorfokken op die ene kleur. Sommige dierenartsen kunnen daar nog smeuige verhalen over vertellen…echter, dit is nu allang niet meer zo. De eenkleurige zijn nu net zo lief als welke meerkleurige cocker spaniel ook! Opvoedproblemen hebben veel te maken met het baasje, en niet zo zeer met de kleur.
Als de hond geleidelijk aan went aan steeds iets langer alleen zijn, hoeft ook dat geen probleem te zijn! Maar een hond nemen terwijl je 40 uur werkt is natuurlijk nooit een goed idee.