Voer. Mand. Speeltje. ► Shop op Bol

IJslandse hond

Op IJsland hebben ze maar één nationaal ras en noemen ze hem: Islenskur Fjárhundur.
Hij behoort tot de spitsen en oertypen (FCI groep 5, sectie 3) maar omdat zijn taak vooral die van een herder was wordt hij ook wel eens (foutief) IJslandse herdershond genoemd.

De honden stammen waarschijnlijk allemaal af van de honden die door de Noormannen mee werden genomen naar IJsland. Er is dan ook duidelijk verwantschap te herkennen met andere Noorse honden, met name met de Buhund en de Finse

Lappenhond. Eenheid in het uiterlijk was op IJsland niet belangrijk, hij moest qua type geschikt zijn voor het klimaat en voor zijn werk als hoeder en drijver van schapen en paarden. De rasstandaard werd al in 1898 in Denemarken opgesteld.

Pas sinds ongeveer 25 jaar zijn de IJslandse hondjes in Nederland bekend en op dit moment zijn hier enkele honderden honden

Verschijning
De IJslandse hond is een niet al te grote, goed gebouwde hond van het spitstype. Hij is niet grof, ook te niet licht gebouwd, maar geselecteerd op uithoudingsvermogen. Het hoofd is krachtig gebouwd met een duidelijk uitgesproken stop (niet hoog), een strakke huid en de schedel is enigszins gewelfd. De rechtopstaande oren zijn middelgroot, bijna een gelijkzijdige driehoekig en zijn zeer beweeglijk. . De ogen zijn middelgroot, amandelvormig en donker (naar gelang de vachtkleur). Zwarte neus en strakke lippen en een volledig schaargebit.
Hij heeft een rechthoekig en krachtig lichaam en de lengte is in verhouding tot de gehele verschijning. De hals is van gemiddelde lengte en het hoofd moet hoog gedragen worden. Hij heeft sterke, normaal gehoekte benen en een opvallend kenmerk aan de achterpoten: Hubertusklauwen (liefst dubbele, extra tenen). De staart wordt gekruld over de rug gedragen.

Gangwerk: de hond beweegt zich krachtig, snel en moeiteloos en vertoont goed uithoudingsvermogen. Hij heeft een dikke, uitstaande vacht.
Er zijn 2 typen vacht: een lange en een middellange stokharige vacht, beide met een langere kraag, broek en volle pluimstaart. Bijzonder is dat de vacht absoluut vrij is van hondenlucht. De vacht heeft niet onderhoudt nodig, maar 1 á 2 keer per jaar verhaart hij behoorlijk.

De IJslandse hond mag in verschillende kleuren voorkomen, als één kleur maar overheerst, vooral rood, maar ook zwart(tricolour) en blond komen vaak voor, altijd met witte aftekeningen. Schofthoogte is voor reuen 46 cm en voor teven 42 cm.
Karakter:
De IJslander is vrolijk, energiek, gezellig en zeer attent. Er bestaat geen ander ras waarbij de oortjes zo beweeglijk zijn als bij de IJslander. Hij heeft een veelvuldig “lachend” gezicht en een zeer duidelijke lichaamstaal. Door de zware selecties op IJsland als werkhond is het tevens een perfect gezinshondje geworden,
maar zoals alle rassen heeft zijn karakter zowel voor als nadelen: Aanhankelijk: hij houdt zijn baas goed in de gaten, hierdoor kunnen de meeste IJslanders prima loslopen. Hij is graag de hele dag samen met de baas op pad of ligt graag aan je voeten. Maar door zijn aanhankelijke aard kunnen sommigen niet goed (lang) alleen thuis zijn.

Waaks: hij blaft zonder agressie als hij iets geks hoort of bij (ongewenst) bezoek, soms ook van vrolijke opwinding maar sommigen kunnen ook wel eens iets te veel blaffen. Vriendelijk: hij is dol op mensen, jong en oud en is absoluut vrij van agressie, mits natuurlijk goed gesocialiseerd en normaal behandeld. Ook met andere honden kunnen ze het meestal goed vinden zonder al te veel “machogedrag”.

Katten en andere dieren geven ook geen enkel probleem. Wel vindt hij het soms leuk om te verdrijven: vooral vogels zijn de pineut.

Het is nog een echte werkhond, elke dag heeft hij minimaal twee uur lichamelijke actie én geestelijke stimulans nodig. De IJslander is dus ongeschikt voor luie bazen! Hij is vrij gevoelig voor intonaties en hierdoor goed op te voeden en te trainen voor allerlei takken van de hondensport. Hierdoor is hij ongeschikt voor mensen met een harde hand, met een vrolijke positieve training en consequente duidelijkheid kun je met hem ver komen. De IJslander is over het algemeen een sterke en gezonde hond en leeftijden van 15 tot 18 jaar zijn geen uitzonderingen. Het ras kent gelukkig weinig erfelijke gezondheidsproblemen. Leden van Vereniging voor de IJslandse hond in Nederland dienen te fokken volgens de regels van de Vereniging; hierdoor probeert men het ras gezond te houden.