De Shar-Pei is een heel oud ras en zonder twijfel 1 van de meest bijzonder uitziende rassen ter wereld. De geschiedenis van de Shar-pei gaat wel meer dan 2000 jaar terug. Waarschijnlijk is de plaats van oorsprong de stad Dialak in de Chinese provincie Kwung Tung. De Shar-Pei werd toen gebruikt als werkhond, zoals voor de jacht, bewaking en als herdershond. De Shar-Pei’s werden geselecteerd op hun kracht en intelligentie en wanneer ze daaraan niet voldeden werden zij waarschijnlijk opgegeten. Als soort van amusement werd de Shar-Pei in de dorpjes ingezet als vechthond, immers zijn harde vacht voelde niet prettig aan in de bek van een tegenstander en ook de kleine driehoekige oren en zijn diepliggende ogen maakte hem minder kwetsbaar.
Het is niet ondenkbaar dat de Shar-Pei middelen kreeg toegediend omdat de agressie die nodig was voor dit soort gevechten van nature niet in de Shar-Pei zat. Eind jaren zestig was het ras bijna uitgestorven en het is te danken aan de in Hong Kong wonende Matgo Law dat vandaag de dag een heleboel mensen over de hele wereld genieten van dit geweldige ras.
Algemeen
De Shar-Pei is een compact gebouwde, rustige hond. Als pup hebben zij veel rimpels maar als ze ouder worden verdwijnen die, ze groeien in hun “Jas”. Alleen op hun schoft en kop zijn dan rimpels toegestaan. Er zijn verschillende hoofdtypes, de dikkere meatmouth en de smallere bonemouth.
De Shar-Pei behoort een blauwe tong te hebben, net zoals de Chowchow en men denkt ook dat de Shar-Pei ontstaan is uit meerdere rassen zoals bv de Chowchow. Ook zijn er twee vacht types, de korte stugge vacht en de wat langere zachte brushcoat. De Shar-Pei is een echte gezinshond, hij is zeer intelligent en is erg lief voor kinderen. Ook is hij zeer trouw aan zijn baas en gezin. Ten opzichte van vreemden kunnen zij wat terughoudend zijn maar kennen ze je eenmaal dan zijn het hele aanhankelijke honden. Het zijn goede bewakers van huis en haard.
Ondanks dat ze stoer en macho overkomen zijn ze over het algemeen zeer gevoelig en als ze vinden dat een ander teveel aandacht krijgt dan zullen ze alles uit de kast halen om dat even te veranderen, met hun charmes wel te verstaan!
Over het algemeen kunnen zij goed met andere dieren overweg, helemaal als zij daarmee van jongs af aan mee opgroeien. De Shar-Pei is over het algemeen zeer snel zindelijk. Het zijn “schone” honden en de meeste vinden water en modder maar niets, uitzonderingen daar gelaten. Soms ontstaan wel eens communicatie problemen met andere honden. Door zijn vreemd uitziende uiterlijk, de hoog gedragen staart, de rimpels op de schoft waardoor het haar iets omhoog staat, de rimpels op de kop en soms het snurkende geluid, kunnen andere honden dat opvatten als zijnde dominant gedrag. Een Shar-Pei heeft wel een strakke hand qua opvoeding nodig maar het is zeker niet zo dat dit hondenras niets te leren valt zoals vroeger nog wel eens gedacht werd. Vele Shar-Pei doorlopen met glans de gehoorzaamheids en behendigheids cursussen!
Rasstandaard
Algemeen
Actieve compacte hond van gemiddelde grootte. Rimpels op schedel en schoft en kleine oren (die niet gecoupeerd zijn wat wel eens gedacht word!) een “Nijlpaard” snuit. Reuen zijn groter en krachtiger dan teven.
De hoogte van een Shar-Pei vanaf de schoft tot aan de grond in ongeveer gelijk aan de lengte van het lichaam. De lengte van de stop tot aan de neus is ongeveer gelijk aan de lengte van de stop tot het achterhoofd.
Karakter en gedrag
Rustig zelfverzekerd, trouw en aanhankelijk aan zijn gezin.
Hoofd: Tamelijk groot in vergelijking met het lichaam. Rimpels op het voorhoofd en wangen, overlopend in keelplooien.
Schedel: Vlak en breed.
Stop: Matig
Neus: Groot en breed en bij voorkeur zwart maar iedere passende kleur bij de vachtkleur is toegestaan.
Mond; tong, gehemelte tandvlees en lippen: blauwachtig zwart heeft de voorkeur. Een hele roze tong is ongewenst.
Kaken en tanden: Schaargebit
Ogen: Amandelvormig en donker van kleur met een fronsende of ernstige uitdrukking. Belangrijk is dat de ogen niet gehinderd worden door omliggende huid, rimpels of haar. Elke irritatie van oogbol of bindvlies of oogleden is hoogst ongewenst.
Oren: Zeer klein, tamelijk dik en driehoekig van vorm met licht afgeronde punten. De oren moeten wijzen in de richting van de ogen.
Rug: Kort en sterk.
Ledematen: Kort, breed en matig gehoekt
Kruis: Tamelijk vlak
Borst: Breed en diep, borstbeen reikt tot aan de elleboog
Onderlijn: Geleidelijk oplopend onder de lendenen.
Staart: Dik en rond aan de wortel, taps toelopend tot een fijne punt.
Staart: Zeer hoog aangezet, een karakteristiek kenmerk van het ras. Kan hoog in een gebogen lijn of in een strakke krul of gebogen over elke zijde van de rug gedragen worden. Voorhand: rechte voorbenen, matig lang en goed bone.
Schouders: goed gespierd, goed aanliggend en schuin geplaatst.
Middenhand: Iets schuin geplaatst, sterk en flexibel
Achterhand: Gespierd en sterk, matig gehoekt, loodrecht op de grond en parallel aan elkaar van achteren gezien.Rimpels op bovenbeen, onderbeen en voeten is ongewenst.
Voeten: Matige grootte, compact en geen spreidvoeten. Tenen goed gewelfd en de achtervoeten vrij van Hubertusklauwen.
Gangwerk: Het gangwerk is vrij, in balans, actief en goed voorwaarts uitgrijpend en met een sterke stuwing van de achterhand
Vacht: Kort, hard en borstelig en geen ondervacht. De lengte mag variëren van 1 tot 2,5 cm. Nooit getrimd.
Kleur: Alle egale kleuren zijn toegestaan, behalve wit. Staart en achterzijde van dijen zijn meestal lichter van kleur. Donkere gradaties op de rug en oren zijn toegestaan..
Schofthoogte: 44-51cm vanaf de schoft.